Waar wordt de aarde beter van: innovatieve techniek of een nieuw keurmerk?

Waar wordt de aarde beter van: innovatieve techniek of een nieuw keurmerk?

Het antwoord op de vraag in de column van Adriaan Hakkert (VEKA).

Onze woningen en gebouwen moeten milieuvriendelijker en energiezuiniger worden. We weten immers met grote zekerheid dat we voorzichtig moeten zijn met de aarde. En we willen allemaal iets goeds nalaten voor de generaties na ons. Daarom worden nieuwe producten ontwikkeld, bestaande producten aangepast en kwaliteitsnormen en certificeringen bedacht en gehanteerd. In mijn carrière heb ik op dat gebied al het een en ander voorbij zien komen. Bij mij roept dit een vraag op: leveren certificering en keurmerken een bijdrage aan betere woningen en gebouwen of zijn het juist nieuwe producten die de bouwpraktijk op een hoger plan brengen?

Een voorbeeld: de mechanisch verbonden stijlen in kunststof kozijnen zijn er gekomen. In Nederland ging daar een lange discussie aan vooraf, terwijl de techniek al jaren werd toegepast in de ons omringende landen. We praten hier over een jaar of twintig geleden. Nu is dit de standaard verbindingstechniek. Waarom liep dit zo? In Nederland worden in het kader van certificering andere eisen gesteld dan in de landen die de meeste kunststof kozijnen toepassen.

Een ander voorbeeld. Een paar jaar geleden hoorde ik een lezing aan over milieucertificering. Daar viel me iets soortgelijks op. Hoe kan het dat in het ene Europese land een bouwmateriaal als beste scoort en in een ander land als slecht? Je vraagt je dan af: wie stelt de norm op en wie toetst de norm? Moet er één Europees milieucertificaat komen dat al die verschillende certificaten overbodig maakt? Moeten we nationale colleges van deskundigen wakker schudden? Is certificeren inmiddels een verdienmodel waarin de kwaliteit een bijproduct is geworden? 

Is het überhaupt mogelijk om eenheid te krijgen in certificeringsland? De kunststofindustrie in Europa laat zien dat je over landen en keurmerken heen een gemeenschappelijk programma kunt afspreken en uitvoeren. Met het programma VinylPlus hebben Europese kunststofbedrijven recycling effectief ter hand genomen voor alle soorten kunststof. Uitgangspunt hierbij is dat het regeneraat minimaal op hetzelfde niveau ingezet wordt als het oorspronkelijke product. Op deze basis biedt de kunststofkozijnenbranche al sinds 1993 een oplossing. Deze merkonafhankelijke recycling dient wat mij betreft gewaarborgd te blijven. De grondstof moet zuiver blijven, zodat die keer op keer hergebruikt kan worden. Er zijn vele bedrijven in Europa die vanuit hun maatschappelijke betrokkenheid hier bewust voor kiezen.

Dit voorbeeld bewijst dat we de ontwikkeling naar meer duurzaamheid en kwaliteit niet ingewikkeld hoeven te maken met certificeringen. Laat fabrikanten goede producten ontwikkelen en leveren, onderbouwd met een declaration of product en een CE-markering. Of de beloofde prestatie wordt geleverd, is toetsbaar en iedereen weet wat ie koopt. 

Adriaan Hakkert
VEKA
Tel. (0344) 65 22 34
E-mail: ahakkert@veka.com
 
Deze column is geschreven op persoonlijke titel en valt buiten de verantwoordelijkheid van de Raam en Deur-redactie.

Hier uw advertentie?
Bel +31 (0)73 503 35 44.