Timmerfabrikanten in een veranderende markt

Timmerfabrikanten in een veranderende markt

Kozijnen vragen om creatieve en innovatieve producenten

Hoe gaan de producenten van houten gevelkozijnen om met vragen uit de markt? Is productontwikkeling en innovatie vraaggestuurd of bepalen de producenten zelf de trends en hoe proberen zij zich daarmee te onderscheiden? En welke impact heeft dat op hun organisatie? Raam en Deur sprak met Holland Houtwerk en met Westerveld Nederlof en stelt vast dat beide bedrijven ieder op een eigen wijze inspelen op een veranderende markt.

tekst Gerard Zweers en Arie Grevers

Holland Houtwerk
Holland Houtwerk in Kaatsheuvel, met circa 21 werknemers, heeft zich toegelegd op de productie van houten kozijnen, ramen en deuren voor de professionele markt. Dit doet men in samenwerking met de firma Overbeek in Haaksbergen die onderdeel uitmaakt van Holland Houtwerk BV. Om tijdig te kunnen inspelen op de marktvraag heeft Joost van den Berg, algemeen directeur van Holland Houtwerk, een strategie ontwikkelt die rust op drie pijlers: klantspecifieke productontwikkeling, optimalisatie van de productie en ‘adviserende’ verkoop.

Productontwikkeling
De vraag uit de markt naar een onderhoudsvriendelijk kozijn neemt toe. Dit heeft ook te maken met de opmars van kunststof kozijnen in de renovatie. In de ogen van de eindgebruiker is kunststof een synoniem voor onderhoudsarm. Om die reden heeft Holland Houtwerk in samenwerking met Sikkens een coatingsysteem ontwikkeld waarop men minimaal zeven jaren garantie kan geven. In deze zeven jaren is geen enkele vorm van onderhoud vereist. De garantie, die niet-aflopend is en zich daarmee onderscheidt van standaard garanties, kan worden uitgebreid tot tien jaren. In het laatste geval moet men eens per twee jaren reinigen. Van den Berg: “Wij zullen binnenkort een nieuw kozijn introduceren van een nieuwe houtsoort voorzien van een 2-componenten coatingsysteem waarop wij vijftien jaren garantie kunnen geven.’ Hierdoor is een belangrijk bezwaar tegen de toepassing van hout weggenomen.”

Doordat de eisen voor warmte-isolatie sprongsgewijs toenemen heeft Holland Houtwerk veel energie gestoken in isolerende kozijnen. Bij het eerste type passiefkozijn wordt een polyurethaan kern volgens een sandwichopbouw geïntegreerd in de stijlen en dorpels van het kozijn. Geen optimale oplossing, want materialen met verschillende eigenschappen, zoals de uitzettingscoëfficient, worden met elkaar verbonden. Verder biedt de isolerende kern geen houvast voor schroeven en dat is lastig bij de verwerking. Bovendien ontstaat bij de productie een afvalmix van hout en kunststof, iets wat men graag wil vermijden. Met het nieuwe thermisch verduurzaamde naaldhout Finti kan men de lage U-waarde, vereist bij passief bouwen, nu ook zonder kunstgrepen bereiken. Dit is niet zonder slag of stoot gegaan. Finti is lichter en daardoor beter warmte-isolerend, maar daartegenover staat een lager schroefhoudend vermogen. Door uitgebreide testen en aanpassingen aan bevestigingsmiddelen heeft men uiteindelijk de gewenste inbraakwerendheidsklasse RC-2 bereikt.

Total cost of ownership
Om de kwaliteit van het product kozijn te verbeteren heeft de Nederlandse Bond van Timmerfabrikanten vier concepten gedefinieerd waarbinnen het kozijn geleverd kan worden. Concept 1 en 2 omvatten uitsluitend levering van het product met bepaalde voorzieningen. Bij concept 3 dat ook door Holland Houtwerk wordt aangeboden, is sprake van voorwaartse integratie in de keten. Het kozijn wordt beglaasd, volledig afgelakt geleverd en gemonteerd onder verantwoording van de kozijnenproducent. Dit heeft duidelijke kwaliteitsvoordelen, het fabrieksmatig coaten heeft een hogere kwaliteit dan in het werk schilderen. Het gemonteerde kozijn van Holland Houtwerk blijft tijdens de bouw verpakt in een speciale afritsbare folie.
Partner Overbeek is een van de weinige producenten die ook concept 4 aanbiedt. In dat geval biedt men een 20-jarig contract aan, bestaande uit 10 jaren garantie en een 10 jaren onderhoud. De klant koopt dus een prestatie voor 20 jaren. Van den Berg: “In de huidige marktsituatie worden concept 3 en 4 nog te weinig aangeboden, de markt is helaas nog teveel prijs gefixeerd.”

Optimalisatie productie
De klant merkt er schijnbaar niet zoveel van, maar innovaties in het productieproces hebben grote invloed op de kwaliteit en de kostprijs van houtproducten. Holland Houtwerk heeft enige tijd geleden geïnvesteerd in een dubbel Conturex bewerkingscentrum. Deze zeer moderne machine vervangt drie oudere machines, de profileringsmachine, de inkrozingsmachine en de pennenbank. Het gereedschap heeft Holland Houtwerk samen met Leitz ontwikkeld, waardoor omschakelen tussen ‘EPC- en passief-profileringen’ razendsnel kan plaatsvinden. Een dergelijke investering rendeert, want er is nog maar één operator nodig voor de aansturing van deze machine. Doordat alle bewerkingen in één machine plaatsvinden zijn de maattoleranties beduidend geringer.
Van den Berg: ”Wij volgen op dit moment nauwlettend de ontwikkelingen op het gebied van nanotechnologie en coatings, evenals die van opbrengmethoden zoals spuitrobots.”

Adviserende verkoop
Wanneer klanten om een offerte vragen, probeert Holland Houtwerk naast de aanbieding mogelijke alternatieven in beeld te brengen. Van den Berg: “We proberen ons te onderscheiden door binnen de prestatie-eis creatiever en beter te zijn.’ Dat dit niet altijd lukt ligt vooral aan de marktsituatie: ‘Als je een order hebt, dan kun je bewijzen dat je beter bent met betrekking tot levering en service, maar je moet te vaak door de hoepel van ‘de laagste prijs’ springen, anders kom je niet eens aan bewijzen toe.”
Holland Houtwerk beperkt zich niet tot verkoop alleen, want partner Overbeek organiseert seminars over passiefkozijnen voor architecten. Van den Berg: we vinden het belangrijk dat de markt weet wat we aan kennis en technologie in huis hebben. En er mag nog wel een tandje bij, want het is nog veel te weinig bekend is, dat hout tot één van de weinige echt duurzame bouwmaterialen behoort.’

Westerveld Nederlof
Met circa 130 werknemers is Westerveld & Nederlof één van de grotere kozijnproducenten in Nederland. Mark Nederlof en zijn neef Ralph Nederlof leiden dit traditierijke familiebedrijf, terwijl Luc Nederlof aan het roer staat van zusterbedrijf Weneko, een kunststof kozijnenproducent.

Ketensamenwerking
Mark Nederlof merkt dat de markt in beweging is en openstaat voor veranderingen. “Neem ketensamenwerking. Daar werd vijf jaar geleden vooral veel over gepraat en geschreven, maar sinds een jaar of twee komt het nu echt van de grond. En daar zijn we erg blij mee. We zijn inmiddels een ketensamenwerking aangegaan met drie landelijke, middelgrote aannemers en een tweetal aannemers heeft ons benaderd met dezelfde vraag.“
De aannemers willen met dezelfde teams van bedrijven woningen realiseren die gebouwd worden volgens een standaarddetaillering. In een team is, behalve de gebruikelijke partijen als een metselaar, voeger, W- en E- installateur en tegelzetter, dus ook een kozijnenleverancier opgenomen. Deze samenwerking maakt het bouwproces volgens Nederlof vele malen efficiënter. Engineering en tekenwerk wordt een ‘copy and paste’ activiteit door repetitie, en de planning kan strakker worden georganiseerd door de opgedane ervaring. Voor elke productgroep zoekt de aannemer ten minste twee partijen, zodat er altijd een capaciteitsreserve is. In deze opzet is transparantie het sleutelwoord; er kan open onderhandeld worden over de begroting en de partijen gunnen elkaar een marge. De laagste prijs is niet meer het beslissende criterium zoals dat zo vaak het geval was. Mark Nederlof is enthousiast over een workshop ketensamenwerking die hij onlangs, samen met nog twintig toeleverende partijen, heeft bijgewoond bij één van de aannemers. Daarbij was de aannemer heel duidelijk over zijn doelstelling: samen de totale bouwtijd verkorten, de faalkosten elimineren en uiteindelijk meer woningen bouwen. Met recht een paradigmaverschuiving. “Natuurlijk legt deze samenwerking ons ook bepaalde verplichtingen op,” aldus Nederlof. “Wanneer de aannemer een project aankondigt met levering in december, dan reserveren wij deze capaciteit. Ook al hebben wij geen honderd procent zekerheid dat het project doorgaat.”

Spouwbladen
Een andere trend die Westerveld & Nederlof met veel energie heeft opgepakt is het concept ‘de spouwbladen met steenstrips’. Het betreft hier geprefabriceerde en geïsoleerde houtskeletwanden, voorzien van kozijnen en al in de fabriek afgewerkt met steenstrips. “We produceren dus onder geconditioneerde omstandigheden. En dat komt de kwaliteit van het eindproduct ten goede. Op de bouwplaats hoeft er alleen nog maar geassembleerd te worden. Door deze werkwijze bereiken we een aanzienlijke bouwtijdverkorting. Bovendien kan de bewoner gewoon thuis blijven tijdens een renovatie. Ook het steigerwerk komt te vervallen, want de wanden met afmetingen van circa 7 x 3 meter plaatsen we met een kraan. De renovatiemethode is ideaal voor de vele woningen die in het verleden met een tunnelbekisting zijn gebouwd. Deze woningen hebben voor- en achtergevels die je in zijn geheel kunt verwijderen terwijl het beton casco overeind blijft.”

Aan de gevelbekleding van steenstrips is de nodige productontwikkeling voorafgegaan, het is immers de buitenste laag, blootgesteld aan weer en wind. Het systeem berust op verlijming van stenen strips op een steunplaat. De aspecten van belang zijn: de lijmhechting, het niet scheuren van de steen en het voegwerk. Op basis van research en testen kunnen onder andere de lijmleverancier en de stenenfabrikant hun aandeel in het eindproduct garanderen. Het bedrijf realiseerde het eerste project met de spouwbladen met steenstrips in Ulft: 23 woningen die in 23 dagen zijn gerenoveerd. Wel maakt Nederlof een kanttekening: “We hebben toen geen proefwoning gemaakt. Maar eigenlijk kun je dat beter wel doen. Je weet immers nooit zeker wat je bij sloop tegenkomt en verrassingen in de zin van aansluitingsproblemen of asbest moet je zien te voorkomen.” De groei door het concept spouwbladen met steenstrips is dermate snel gegaan dat Westerveld & Nederlof een extra hal moest huren voor het aanbrengen van de steenstrips.

Hout of kunststof
“Hout heeft het moeilijk als het om renovatie gaat,” aldus Nederlof. Met name woningbouwverenigingen zien kunststof als onderhoudsvrij. En de prijs bij renovatie is lager. Daar komt bij dat de profilering van kunststof steeds meer op die van hout gaat lijken. Ook biedt men in kunststof tegenwoordig de ‘houtlook verbinding’ aan, dat wil zeggen de naad tussen stijl en dorpel horizontaal is zoals bij hout en niet meer in verstek. Daarmee is het kunststof kozijn bijna niet meer van een houten kozijn te onderscheiden. Bij nieuwbouw zie je toch vaker het houten kozijn, onder andere omdat een kunststof kozijn twee montagerondes kent; eenmaal het stelkozijn, later het kozijn zelf. Het prijsvoordeel van kunststof vervalt dan gedeeltelijk. Nederlof constateert dat binnen zijn groep de groei in kunststof kozijnen groter is dan die van houten kozijnen. Hij ziet ook de trend waarbij verfleveranciers met betere coatings het houten kozijn vijftien jaren onderhoudsvrij willen maken. Westerveld & Nederlof stimuleert de ontwikkeling om de concurrentie met kunststof aan te gaan, ook al heeft men beide in de portfolio. Het beglazen van houten kozijnen in productie, evenals het concept 3 kozijn (zie hierboven), is de laatste jaren sterk gegroeid. Nu wordt al 75% beglaasd geleverd.
Nieuwe verduurzaamde naaldhoutsoorten zoals Accoya en Finti blijven qua afzet achter in de verwachting. Nederlof: “Wij hebben enkele jaren geleden een kozijn ontwikkeld op basis van Finti en dit in 2013 gepresenteerd op een renovatiebeurs. We hebben er toen een prijsje mee gewonnen, maar het zet niet door in de markt door de hoge prijs.”
Wanneer gangbare houtsoorten in prijs stijgen en de isolatie-eisen toenemen, maakt Finti een kans. De nieuwe EPC-waarde heeft voor kozijnen niet zoveel impact als voor buitenwanden, wel is er een geleidelijke toename van drievoudige beglazing. Het laatste heeft alleen gevolgen voor het raamhout, dat wordt 90 mm breed in plaats van 68 mm.

Gebruikt Nederland overwegend Meranti of Mahonie voor kozijnen, Westerveld & Nederlof is voor een belangrijk deel overgegaan naar Sapupira. Dit is een Zuid-Amerikaanse FSC houtsoort met uitstekende duurzaamheidskwaliteiten. Een van de redenen is dat FSC-gecertificeerd Meranti steeds schaarser en duurder wordt. Nederlof is van mening dat gecertificeerd hardhout, qua milieu-impact, ten onrechte in het verdachtenbankje zit.  Hij meent evenals zijn collega Van den Berg van Holland Houtwerk, dat de promotie van hout als duurzaam bouwmateriaal meer aandacht zou moeten krijgen.

Lean produceren
Het succes van ketensamenwerking en de spouwbladen met steenstrips heeft dit jaar tot een 30% groei geleid en legt een behoorlijke druk op de productie. “Wij moeten op dit moment alle zeilen bijzetten om onze klanten te kunnen bedienen”, aldus Nederlof. Mark Nederlof – hij is van huis uit bedrijfskundige -  richt zich om die reden in het bijzonder op het optimaliseren van de processen in de fabriek. Al langer geleden is men overgegaan op het vingerlassen in eigen huis. Dit heeft het voordeel dat men hout met kortere lengtes, tegen een lagere prijs kan inkopen om het vervolgens zelf te verlengen. Naast de spouwbladen is ook het beglazen verplaatst naar de nieuwe hal om ruimte te creëren. Nederlof kent de trend naar het verkorten van de doorlooptijd in de houtindustrie, maar gaat dit niet volledig invoeren. Nederlof: “Het betekent dat er geen materiaalbuffers tussen de werkstations zijn en dan moeten mensen die door de werkvoorraad heen zijn op andere werkstations inspringen. Die extra werkplekken zijn er bij ons niet en de mensen zijn hier niet voldoende voor getraind en dat gaat ten koste van de efficiëntie.”

Op dit moment is men bezig de afdeling ‘Afmontage’, waar 25 mensen de ramen en deuren afmonteren, volgens de ‘Lean- principes’ te herstructureren. Op elke werkplek vinden strak gedefinieerde werkzaamheden plaats, daarbij moeten de materialen rechtstreeks vanuit het magazijn naar de juiste werkplek getransporteerd worden. Vervolgens schuift het kozijn door naar het volgende werkstation. Met Buva heeft men een samenwerking opgezet waarbij Buva per kozijn de juiste onderdelen aanlevert.
Nieuw is ook een werkstation ‘kwaliteitsuitdagingen’. Nederlof: “Nu is het zo dat als ergens op een werkplek een productiefout wordt vastgesteld, bijvoorbeeld een deur die niet past, mensen vanuit andere werkplekken toesnellen om een handje te helpen. Dat is met de beste bedoelingen, maar dan staan ze met zijn allen te bespreken wat er aan de hand is en ondertussen valt de productiestroom stil. Dan ben je zo een dagdeel productie kwijt.” Om dit te voorkomen is nu het werkstation ‘kwaliteitsuitdagingen’ gecreëerd,  waar alle afwijkingen uit de productiestroom worden gehaald en naar deze werkplek worden gebracht, zodat de stroom niet verstoord raakt.
Daarnaast ontwikkelt men drie werkstations waar standaard deur- en raamkozijnen volgens het ‘Scania-principe’ worden afgemonteerd. Nederlof: “Deze kozijnen zijn dermate gestandaardiseerd dat we net als in een autofabriek met vaste takttijden op elk station een aantal onderdelen monteren. Hier kunnen we dus op de minuut voorspellen hoe groot de productie is.’

Hier uw advertentie?
Bel +31 (0)73 503 35 44.