Onzorgvuldige detaillering zorgt nu al voor lekkende gevels

Onzorgvuldige detaillering zorgt nu al voor lekkende gevels

Extreem weer vormt nog geen grote bedreiging

Anno 2016 is klimaatverandering een hot item. Hoe gaan we ons beschermen tegen de gevolgen van de opwarming van de aarde of hoe passen we ons aan? We versterken zeedijken en geven rivieren meer ruimte om zo te kunnen voldoen aan nieuwe veiligheidsnormen. Maar wat betekent klimaatverandering eigenlijk voor de eisen die we willen stellen aan de wind- en waterdichtheid van gebouwen? Een bericht uit de praktijk.

In alle klimaatscenario’s voor de komende decennia wordt het in Nederland warmer en natter. Buien en wind zullen heftiger zijn. Als we met die weersverwachting rekening willen houden, welke aandachtspunten komen dan naar voren bij ontwerp en uitvoering van gevels die wind-en waterdicht moeten zijn? En zijn onze bouwvoorschriften voor wind- en waterdichte gevels nog wel up-to-date?
In deze laatste aflevering van ‘Het Detail’ gaat bouwfysicus Jeffry van der Pluijm (31) in op vragen over eventuele risico’s die ons in de nabije toekomst wellicht nattigheid kunnen bezorgen. In zijn dagelijkse werk houdt Van der Pluijm - adviseur voor LBP|SIGHT uit Nieuwegein - zich onder andere bezig met het testen en meten van de luchtdoorlatendheid en waterdichtheid van gevels. 

Complex
Jeffry van der Pluijm: “In mijn dagelijks praktijk ben ik nog geen gevallen tegengekomen waarbij gevels die voldoen aan de huidige waterdichtheidseisen toch zijn gaan lekken vanwege extreem weer. In die zin is de normstelling voor waterdichtheid nog niet achterhaald door een mogelijke klimaatverandering. De lekkageproblemen die ik in de dagelijkse praktijk heb aangetroffen, zijn vooralsnog altijd situaties geweest waarbij niet aan de geldende eisen werd voldaan.”
Van der Pluijm vervolgt: “Een van de problemen die hieraan ten grondslag ligt, is de grote hoeveelheid beschikbare Nederlandse en Europese normen en voorschriften voor zowel de waterdichtheid als de luchtdoorlatendheid van gevels. De enige wettelijke normering die geldt op basis van het Bouwbesluit is de NEN 2778 voor waterdichtheid en de NEN 2686 en 2690 voor luchtdoorlatendheid. Dat lijkt overzichtelijk, maar naast de ‘Bouwbesluitnormen’ zijn er talloze privaatrechtelijke meet- en classificatienormen beschikbaar. Zo is er de NEN-EN 1027 waarin een meetmethode is omschreven voor het beproeven van de waterdichtheid van ramen en deuren. Daarbij hoort de classificatienorm NEN-EN 12208. Toetsingsdrukken worden daarbij doorgaans ontleend aan de NEN 2778. Voor vliesgevels zijn er dan nog de normen NEN-EN 12154 en NEN-EN 12155. Voor de luchtdoorlatendheid van ramen en deuren hebben we de ‘normenset’ NEN-EN 1026, NEN-EN 12207 en NEN 2778. Voor het beproeven van de luchtdoorlatendheid van vliesgevels, kozijnen met vaste delen en het beproeven van bouwkundige naden horen daar ook nog NEN-EN 12152 en NEN-EN 12153 bij (zie ook VMRG Kwaliteitseisen en Adviezen). Daarnaast is er nog de RGD-richtlijn van de Rijksgebouwendienst en geeft BREEAM-NL nog een afwijkende normstelling voor het bepalen van de luchtdoorlatendheid van de gebouwschil. Verwijzingen naar normen zijn regelmatig onjuist en opgaven van toetsingsdrukken of classificaties voor wind- of waterdichtheid kloppen vaak niet. Op die manier wordt onduidelijk of gevels aan de huidige eisen voldoen.”

Aansluitingsdetails
Toch ziet Van der Pluijm die kluwen van voorschriften niet als het grootste probleem. Van der Pluijm: “In onze normering van waterdichtheid van de gevel zijn we vrij conservatief. Dat wil zeggen dat situaties die voldoen aan de normering, in de praktijk doorgaans geen lekkageproblemen geven. Het grootste risico voor een onvoldoende wind- en waterdichtheid van gevels is een slechte detaillering en/of onzorgvuldige uitvoering. Kritische aansluitdetails zijn onder andere de aansluitdetails van kozijn op gevel, de aansluiting van kozijnen op balkonvloer en de muurplaat- en zijaansluitingen bij hellende daken. Ook ontstaan soms lucht- en/of waterlekkages door onzorgvuldig afgehangen ramen of deuren, waardoor de dichtingskaders niet optimaal functioneren. Lekkageproblemen door een slechte detaillering manifesteren zich nog niet als een groot probleem over de volle breedte van de sector. Als de belasting door wind en regen in de toekomst echter extremer zou worden, dan kunnen er mogelijk wel problemen ontstaat waar we onzorgvuldig zijn geweest bij het detailleren.”
“We moeten bij het detailleren altijd zowel de waterdichtheid als de luchtdichtheid beschouwen. Beide aspecten hangen nauw samen. Enkele eenvoudige vuistregels hierbij zijn: houd het water zoveel mogelijk buiten de constructie. Breng de waterkering dus zoveel mogelijk naar buiten toe aan. Zorg ervoor dat eventueel water dat de constructie kan binnendringen snel en effectief kan afwateren zonder dat daarbij schade aan constructiedelen kan ontstaan. Voor de luchtdichting geldt dat deze zoveel mogelijk aan de binnenzijde (de warme zijde) van de constructie moet worden aangebracht. Dit om bouwfysische problemen door inwendige condensatie te voorkomen. Ook moet de luchtdichting altijd rondom in hetzelfde vlak worden gedetailleerd, zodat er geen ‘sprongen’ in de dichting ontstaan. Met name dit punt levert nog weleens problemen op bij bijvoorbeeld kozijnaansluitingen en muurplaataansluiting. Bij de aansluiting van bijvoorbeeld balkonpuien komt het nog weleens voor dat de boven- en zijaansluiting op een andere positie zijn afgedicht dan de aansluiting aan de onderzijde. Ter plaatse van de ‘sprong’ in de luchtdichting ontstaan dan luchtlekkages, die in sommige gevallen ook tot waterlekkages leiden.”

 
Extreme buien
Adviseur Van der Pluijm heeft geen doemscenario van een naderende zondvloed nodig om het belang aan te tonen van extra zorgvuldigheid van kritische details bij montage van gevelelementen: “Soms zien we ook details die bouwfysisch niet goed doordacht zijn. Ook hier is de balkonaansluiting een bron van inspiratie. Afhankelijk van de uitvoering van het detail is een tweede afwateringsgootje achter de waterdichting soms nodig. Deze ontbreekt nog weleens omdat men op het 2D-detail een adequate waterdichting bij de onderdorpel van het kozijn heeft ontworpen. Hierbij wordt dan over het hoofd gezien dat water via de zijstijlen van het kozijn (hoewel in kleine hoeveelheden) alsnog achter deze waterdichting kan lopen. Het is dus belangrijk om de 3D-aansluiting met de zijstijlen van het kozijn te beschouwen. Door meer gebruik te maken van de SBR-referentiedetails kunnen veel problemen al voorkomen worden. Tenslotte vraagt de toepassing van natuurlijke ventilatieroosters in de gevels van hoogbouwcomplexen om aandacht. Roosters worden doorgaans getest op waterdichtheid in gesloten stand. In geopende stand kan aflopend water dat bij extreme buien langs de gevel stroomt, echter via de roosters naar binnen worden gestuwd. Het is de vraag of hiermee in voldoende mate rekening wordt gehouden door fabrikanten en bouwers. Met het oog op nog veel extremer weer vanwege klimaatverandering hoeven we niet per se anders te gaan bouwen, maar wel zorgvuldiger. Anders brengen storm en regen straks problemen aan het licht die we hadden kunnen voorzien.”

 tekst Louis Jongeleen | beeld bouwplaat Vught

Hier uw advertentie?
Bel +31 (0)73 503 35 44.