Gewoon hout, of toch bamboe, finti of accoya?

Gewoon hout, of toch bamboe, finti of accoya?

De vele gezichten van duurzaamheid in de houtwereld.

Duurzaamheid is in de houtindustrie al vele decennia aan de orde van de dag. Ging het vroeger vooral om een duurzame en verantwoordelijke productie en kap van de bossen, tegenwoordig spelen de eigenschappen van het hout een steeds grotere rol. Zoals hout dat door modificatie of andere (chemische) processen wordt bewerkt tot ‘duurzaam’ en soms zelfs ‘circulair’ bouwmateriaal.

Had de timmerfabriek of zelfstandige timmerman vroeger de keuze uit een aantal houtsoorten die in de natuur groeien, zoals grenen, vuren, eiken en tropisch hardhout, anno 2019 kan naast die traditionele soorten gekozen worden uit bijvoorbeeld fintihout, Platowood, accoya of bamboe. Materialen die na de kap een bewerking ondergaan om zo hun kenmerkende duurzame eigenschappen te verkrijgen.

Bosbeheer
Daarmee gaan deze houtsoorten een stap verder dan een FSC-certificering of andere keurmerken zoals PEFC, MTCC en het STIP-keurmerk. Die richten zich vooral op duurzaam beheer en kap van bossen en bomen. In 1994 werd hierin met op oprichting van FSC (Forest Stewardship Council) een eerste stap gezet. FSC is in het leven geroepen door een aantal milieuorganisaties, waaronder het Wereld Natuur Fonds (WNF).
Hout met een FSC-logo is geproduceerd volgens strenge regels over zaken als bescherming van de natuur en de rechten van de lokale bevolking en arbeiders. Het FSC-systeem is erop gericht dat de natuur behouden blijft en de bevolking, bedrijven en consumenten kunnen profiteren van wat het bos te bieden heeft. In een tropisch oerwoud mag bijvoorbeeld per hectare slechts één keer in de dertig jaar een beperkt aantal bomen gekapt worden – zodat het bos zich in de tussentijd kan herstellen.

Onvoldoende garanties
Hoewel ook PEFC en MTCC soortgelijke garanties zeggen te bieden, twijfelt het WNF aan de controle en monitoring. Zo biedt het MTCC-keurmerk volgens het WNF te weinig garanties voor verantwoord bosbeheer, het tegengaan van ontbossing en het beschermen van de rechten van inheemse volken. Toch is het voeren van vaak meerdere keurmerken en certificaten gemeengoed en hecht de houtindustrie er veel waarde aan. Duurzaam, verantwoord en hout met een goed gevoel verkoopt nu eenmaal beter dan ‘gewoon hout’.

Productkenmerken
De laatste jaren is er een nieuwe ontwikkeling in hout waar te nemen. Daarbij ligt de nadruk op de productkenmerken van het hout. Fabrikanten en leveranciers proberen bestaande houtsoorten dusdanig te bewerken dat ze sterker worden, een hogere isolatiewaarde krijgen, minder vaak onderhoud nodig hebben of vormstabieler worden. Voor dit ‘modificeren’ van het hout worden verschillende technieken en procedures gebruikt die iedere houtsoort zijn eigen kenmerken geven.

Finti
Een van de nieuwste houtsoorten is finti. “Omdat finti uit duurzaam beheerde en gecertificeerde Finse productiebossen komt, kunnen we de tropische regenwouden en oerbossen voortaan met rust laten om onze huizen te bouwen of te renoveren”, zegt Roy Hofsté, directeur en eigenaar van Finti BV in Haaksbergen.

     Bewerking van fintihout in de fabriek van Propex Timber in Enschede.

Finti is volgens Hofsté de enige houtsoort die niet alleen voldoet aan alle mogelijke keurmerken (zoals KOMO, PEFC, FSC en Politiekeurmerk Veilig Wonen), maar ook al aan de nieuwe Europese ‘2020 isolatie-eisen’. “Het is zo’n uniek product dat we het inmiddels in verschillende patenten hebben kunnen vastleggen.”

  Fintihout toegepast aan een woonhuis in Huissen.

Houtscanner
In de fabriek wordt het hout eerst thermisch behandeld (verhit tot een bepaalde temperatuur) waardoor het verduurzaamt en onderhoudsvrij wordt. “Vervolgens gaat het hout door onze houtscanner. Deze detecteert alle noesten en scheuren en die worden er vervolgens uitgezaagd. De goede stukken hout verbinden we vervolgens aan elkaar met behulp van vingerlassen en lamineren. Dit kunnen wij als enige wereldwijd op grote afmetingen en aantallen”, aldus Hofsté. De energie die nodig is voor het thermisch modificeren van het hout wint Finti voor 70 procent uit restmateriaal zoals zaagafval en schors. “Binnen dit gesloten circuit wordt niet gewerkt met milieubelastende zuren en andere chemische stoffen.” Finti is bovendien partner in het nieuwe Vihrea-concept. “Dit is een samenwerking van marktleiders om woningen en gebouwen zo natuur- en onderhoudsvriendelijk mogelijk te maken met duurzame en innovatieve kozijnen, ramen en deuren, die gebruikmaken van chips, apps en software.”

Groothandel en vakman
De relatief nieuwe houtsoort heeft zijn weg naar de markt inmiddels gevonden. Zo biedt groothandel Jongeneel het aan, net als Heuvelman Hout en Propex Timber. “Alles wat een klant bij tropisch hardhout vindt, is ook bij finti te vinden”, zegt Tim Vreman, directeur van Propex Timber: “Een hoge duurzaamheids- en sterkteklasse, FSC-certificaat, goede vormstabiliteit en een hoge isolatiewaarde.” Vreman merkt dat architecten en woningbouwcorporaties steeds vaker op zoek zijn naar betere prestaties, langere onderhoudsintervallen en minder gebruikersklachten als klemmende deuren. “Er is niets mis met gecertificeerd tropisch hardhout, maar de markt beweegt en vanaf 2020 hebben we te maken met nieuwe bouwregelgeving, met circulair bouwen en passiefconcepten met strenge prestatie-eisen op het gebied van isolatie. Fintihout voorziet in die behoefte. Hang- en sluitwerk van gegalvaniseerde en gewone metalen kan bovendien gewoon in het hout geplaatst worden zonder verhoogde kans op corrosie.”

Accoya
Een andere duurzame houtsoort die al langer op de markt is, en geldt als alternatief voor traditioneel tropisch hardhout, is accoya, hout van de Monterey den dat is geacetyleerd. “Acetylering is een gifvrij, chemisch proces waarbij het hout wordt verduurzaamd met azijnzuuranhydride. Hierdoor krijgt het hout kenmerken die lijken op die van (tropisch) hardhout”, zo laat producent Accoya weten.
Accoya is onderdeel van Accsys Technologies, dat zijn hoofdkantoor in Engeland heeft, maar zijn fabriek in Arnhem. Daar wordt het snelgroeiend naaldhout van de Pinus Radiata uit duurzaam beheerde bossen verwerkt tot hout dat qua vormstabiliteit en duurzaamheid vergelijkbaar is met tropisch hardhout.

     Onbehandeld accoya verwerkt in de open geveldelen van het Biosintrum in Oosterwolde.

Snelle groei
“Door de snelle groei van Pinus Radiata is er bij accoya nooit een grondstoffenprobleem”, zo laat de producent weten. “Een extra milieuvoordeel van accoya ten opzichte van langzaam groeiend hardhout.” De fabriek van Accsys Technologies produceert volgens “de hoogste standaarden op het gebied van kwaliteits- en milieumanagement, recycling en duurzame inkoop van grondstoffen”. Zo wordt het bijproduct azijnzuur, dat bij de productie vrijkomt, verkocht aan de voedingsmiddelindustrie.

Gevelbekleding en kozijnen
De toegevoegde eigenschappen maken accoyahout volgens de fabrikant ‘zeer geschikt’ voor toepassing als gevelbekleding, kozijnen, dakconstructies en ander gebruik in de buitenlucht, zoals in de tuin. Punt van aandacht is wel dat accoya zuurhoudend is door de behandeling met azijnzuuranhydride. Het wordt dan ook aanbevolen om roestvrijstalen en corrosiebestendig hang- en sluitwerk te gebruiken. Iets waar de verwerker van accoya ook rekening mee moet houden is dat bij afwerking van het hout met bijvoorbeeld beitsen op oliebasis of hydrofobe middelen vooral de kopse kanten extra aandacht verdienen. “Daarom is het verstandig om het materiaal altijd rondom af te werken”, zo laat producent Accoya weten.

Bamboe
Een andere houtsoort die snel aan populariteit wint is bamboe. Officieel is bamboe een plant, maar dankzij zijn enorme groeisnelheid (zelfs vastgelegd in het Guinness Book of World Records) en bijzonder duurzame eigenschappen, kan deze grondstof zich prima meten met andere duurzame houtsoorten. Die duurzaamheid begint al tijdens de groei. Bamboe kan in het groeiseizoen tot wel 1 meter per dag groeien tot een lengte van zo’n 20 meter. Vervolgens heeft bamboe maximaal vijf jaar nodig om volwassen te worden en zijn houtachtige kwaliteiten zoals hardheid en vormstabiliteit te ontwikkelen. Gedurende deze groeifase neemt de plant grote hoeveelheden CO2 op.

       
Moso Bamboe leverde voor de nieuwbouw van Hotel Jakarta by WestCord op het Java-eiland in Amsterdam verschillende bamboeproducten die het groene karakter versterken. Foto Lior Teitler
De deuren in het Hotel Jakarta by WestCord zijn van bamboe.

Reuzenbamboe
Maar volgens Europa’s marktleider Moso Bamboe is dat slechts een deel van de voordelen van bamboe als grondstof voor de bouw. De producent, die zijn naam heeft ontleend aan de snelgroeiende reuzenbamboesoort moso, startte eind jaren negentig met de productie van bouwproducten zoals vloeren, balken, platen, fineer en gevelbekleding voor binnen en buiten. Hiervoor ontwikkelde Moso een productietechniek waarbij de geoogste bamboestammen in de lengterichting in strips worden gezaagd. Daarna wordt de groene buitenschil verwijderd en kunnen de gele strips verwerkt worden. Indien gewenst kunnen ze door stomen lichtbruin of zelfs donkerbruin gemaakt worden. De gedroogde strips worden verder verwerkt tot het gewenste bamboeproduct.

Bamboeknopen
Voor die verwerking zijn verschillende werkwijzen ontwikkeld. Zo kunnen de strips horizontaal aaneen gelijmd worden (plain pressed). Hierdoor ontstaat een breed lijnenpatroon waarin de bamboeknopen duidelijk herkenbaar zijn. Voor de verlijming wordt gewerkt met lijmen zonder formaldehyde, die ervoor zorgen dat de uiteindelijke bamboeproducten geen tot een zeer beperkte emissie van vluchtige stoffen hebben. Ook kan gekozen worden voor side pressed, waarbij de strips verticaal geplaatst verlijmd worden. In het lijnenpatroon zijn de bamboeknopen subtiel zichtbaar. Een derde productiemethode is density. De bamboestrips worden hierbij eerst onder hoge druk gecomprimeerd, waardoor de dichtheid van de bamboe sterk toeneemt. Dit maakt het eindproduct nog veel harder.

‘Groenste oplossing’
Moso Bamboe pretendeert ‘de groenste oplossing voor de bouw’ in huis te hebben: FSC-gecertificeerde bamboe dat met formaldehydevrije lijmen vervaardigd is. Bovendien blijkt uit een levenscyclusanalyse uitgevoerd door de TU Delft dat massieve bamboeproducten van Moso Bamboe over de hele levenscyclus gemeten CO2-neutraal zijn. Groenste oplossing of niet: de vraag naar bamboe groeit flink en het vindt zijn weg naar de timmerindustrie en deuren- en kozijnenfabrikanten. Datzelfde geldt voor accoya, finti en andere ‘duurzame’ en ‘nieuwe’ houtsoorten, wat aantoont dat de sector werk maakt van verduurzaming en zoekt naar producten die voldoen aan de steeds strengere isolatie- en milieueisen.

-------------------
Oogstleeftijd

Reuzenbamboesoort moso is officieel de snelstgroeiende in de rij van plant- en houtsoorten die als grondstof voor de bouw gebruikt worden. Deze is na vijf jaar ‘oogstrijp’. Dat staat in schril contrast tot de eiken die zo’n 80 jaar nodig hebben om verantwoord en duurzaam gekapt te kunnen worden.
• Bamboe      5 jaar
• Eucalyptus 15 jaar
• Beuken       40 jaar
• Teak            70 jaar
• Eiken           80 jaar

Bron: Moso Bamboe
-------------------

Platowood kozijnhout
Speciaal voor raam- en deurkozijnen zijn Houtimport Best en Platowood eerder dit jaar een samenwerking aangegaan voor de introductie van Platowood fraké kozijnhout. Daarmee kan Houtimport Best voorzien in de groeiende vraag naar duurzaam kozijnhout vanuit deze branche.
Platowood platoniseert vuren en frakéhout in de eigen fabriek in Arnhem. Platoniseren is een vorm van hydrothermische modificatie. In dit proces gebruikt Platowood alleen water en warmte om het hout te verduurzamen.
Door het platoniseren worden de aanwezige eigenschappen van het hout versterkt en de suikers – voedingsbodem voor schimmels – afgebroken. Hierdoor heeft het hout een levensduur van zeker 50 jaar. Dit geldt ook voor onbehandelde delen, zo belooft de fabrikant.

 

Dit artikel heeft in de rubriek 'DUURZAAM IN HOUT' gestaan in Raam en Deur juni editie 3-2019.
Tekst Geert Hilferink Foto’s Finti BV., Propex Timer, Accoya, Platowood, Geert Hilferink

 

Hier uw advertentie?
Bel +31 (0)73 503 35 44.