Bewoner blijft toch zwakste schakel

Bewoner blijft toch zwakste schakel

Deursloten en kozijnen steeds beter beveiligd.
Hoewel de cijfers aantonen dat het aantal woning- en bedrijfsinbraken de afgelopen jaren daalt, blijft het de grootste nachtmerrie van veel bewoners en ondernemers: inbrekers in huis of bedrijfspand. Toch blijft diezelfde bewoner ook de zwakste schakel in de strijd tegen ongewenste indringers. “Een goed beveiligde voordeur verliest zijn beschermende werking volledig als die zomaar wordt dichtgetrokken en niet op slot wordt gedraaid”, zegt Coen Staal, voorzitter van de stichting Nationale Inbraakpreventie Weken.

De achtste campagne van de Nationale Inbraakpreventie Weken startte vorige maand met het toch wel alarmerende nieuws dat slechts twee van de vijf voordeursloten in ons land veilig genoeg zijn om inbrekers te weren. De rest is in meer of mindere mate onveilig te noemen. De classificatie ‘veilig’ heeft die 40 procent overigens te danken aan de zogeheten cilindertrekbeveiliging. Maar voor het merendeel van de sloten geldt nog steeds dat indringers met wat gereedschap binnen twee of drie minuten binnen staan. Dat blijkt uit onderzoek dat de stichting in maart heeft gehouden onder een kleine 800 huishoudens. Het toont volgens voorzitter Coen Staal aan dat de industrie en een deel van de consumenten relatief snel inspelen op het cilindertrekken. Deze werkwijze is sinds een jaar of vijf populair bij inbrekers.

Flipperen
Hetzelfde onderzoek toont aan dat, ondanks eerdere anti-inbraakcampagnes, veel mensen nog steeds de voordeur achter zich dichttrekken zonder die op slot te doen. En daarmee verliest een goed beveiligde deur zijn beschermende werking volledig. Staal: “Dan is een inbreker met het zogenaamde ‘flipperen’ met een plastic plaatje tussen deur en kozijn in een halve minuut binnen. Ongeacht de kwaliteit van het slot. Zonder inbraakschade, dus dan is het ook nog maar de vraag of de verzekeraar uitkeert”. Van de hoofdbewoners zegt acht procent de voordeur nooit op slot te draaien. Slechter is het gesteld met kinderen of andere huisgenoten. “Daarvan doet een kwart tot 40 procent de voordeur nooit op slot. De campagne ‘maakhetzeniettemakkelijk.nl’ van de overheid met dat zwaailichtje, die ‘het toch maar blijft zeggen’ is er dus zeker niet voor niets”, benadrukt de voorzitter.

Spullen in het zicht
Een derde, redelijk alarmerende conclusie uit het onderzoek is dat een op de drie mensen waardevolle spullen in het zicht laat liggen. Vooral ’s nachts kan het verstandig zijn om zaken als autosleutels en handtasjes mee te nemen naar de slaapkamer om ze zo uit het zicht te leggen. 45 procent van de vrouwen neemt de handtas echter niet mee. Als het om de mobiele telefoon gaat scoren de ondervraagden beter. Iets meer dan de helft neemt die mee naar de slaapkamer. Of dat overigens om preventieve redenen gedaan wordt of omdat de telefoon bijvoorbeeld als wekker wordt gebruikt, maakt het onderzoek niet duidelijk. Deze nonchalante houding staat in schril contract met uitspraak van een ruime meerderheid van de ondervraagden dat ze ’s avonds de deur niet of heel voorzichtig open doen als er aangebeld wordt. Een op de vijf ondervraagden zegt sowieso niet te openen als het donker is en voor driekwart geldt dat ze eerst via een deurspion, videobel of een kijkje door de ruiten willen zien wie er staat. Volgens Staal is goede verlichting – liefst met bewegingssensor – een goed middel om inbrekers weg te houden. Een overgrote meerderheid (85 procent) van de respondenten zegt verlichting bij de voor- en/of achterdeur te hebben.

Fabrikanten actief
De stichting Nationale Inbraakpreventie Weken, die zich net als andere instanties – waaronder het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) met het Politiekeurmerk Veilig Wonen – al enige jaren inspant om het aantal woninginbraken naar beneden te krijgen, ziet dat de markt het onderwerp actief heeft opgepakt. Fabrikanten hebben tal van innovatieve oplossingen ontwikkeld die helpen in de strijd tegen ongenode gasten. “Iets wat bijvoorbeeld kan helpen als je weet dat je slordige of onverschillige kinderen of andere huisgenoten hebt die de deur achter zich dicht doen zonder deze af te sluiten, is een anti-inbraakstrip. Die wordt op de voordeur geplaatst en voorkomt dat er kan worden geflipperd. Ongeveer negen procent van de ondervraagde woningbezitters heeft zo’n strip geplaatst”, aldus Staal.
KMH products uit Houten heeft een beveiliger tegen flipperen ontwikkeld die niet van buitenaf te zien is. De Voordeurbeveiliger is een metalen strip die op het kozijn bevestigd kan worden. Deze strip zorgt ervoor dat het pasje waarmee geflipperd wordt vast komt te zitten en doorgesneden wordt. Hiermee is iedere deur 100 procent tegen flipperen te beschermen, aldus de fabrikant. De strip kan geplaatst worden op houten, aluminium, kunststof en metalen kozijnen met een minimale vrije ruimte van twee millimeter tussen deur en kozijn. Toe te passen bij zowel inbouw- als opdeksloten en voorzien van SKG Keurmerk en Politiekeurmerk Veilig Wonen.

Trekbeveiliging
Ook de sloten met cilindertrekbeveiliging zijn zo’n antwoord van de markt. Door aan de buitenzijde een stalen plaatje met een gleuf over de cilinder te plaatsen, kan er geen schroef meer in gedraaid worden. Dit anti-cilindertrekbeslag is momenteel in zo’n twaalf procent van alle woningen geïnstalleerd. “Overigens is het ook bij een SKG***-veiligheidscilinder onmogelijk om met behulp van cilindertrekken het slot te forceren”, zo stelt de stichting.

Digitale sleutel
Hoe zit het dan met de elektronische en digitale sloten, die ook in woningen aan een opmars bezig zijn? Fabrikanten hebben de afgelopen jaren volop geïnvesteerd in de ontwikkeling van slimme en gebruiksvriendelijke systemen om deuren te openen en sluiten. Van handsfree en automatisch de voordeur openen en real time inzicht in wie naar binnen gaat via een app op je telefoon tot het openen van de deur met je smartphone of een RFID smart key. Gemak dient de mens. Als het gaat om veiligheid en controle bieden digitale sloten volgens Slimme Deursloten uit Veghel grote voordelen ten opzichte van traditionele sloten die met een sleutel worden bediend. Moeten bij diefstal of verlies van een gewone sleutel vaak een of meerdere cilinders worden vervangen, bij een digitaal slot kan een toegewezen sleutel eenvoudig worden verwijderd via het slotbeheer (in de app of de beheersleutel). “Meer veiligheid dan ‘oude’ sleutels”, zo laat het bedrijf op zijn site weten. “Slimme deursloten zijn bovendien SKG** of SKG***-gecertificeerd en mits geïnstalleerd door een PKVW-erkend bedrijf krijgen ze het Politiekeurmerk Veilig Wonen.” Slimme Deursloten levert digitale sloten van onder andere Nemef, Dom, Danalock en Flexeria voor de particuliere en zakelijke markt. Een deel van deze sloten kan in bestaande deuren worden gezet zonder ingewikkelde installatie of hak- en breekwerk, aldus de leverancier en fabrikanten.

‘Digitale inbrekers’ 
Louter voordelen zou je zeggen. Maar hoe veilig zijn deze digitale oplossingen? Codes zijn breekbaar en ook de beveiliging van wifi- en internetverbindingen laat nog wel eens te wensen over. Voor de draadloze communicatie tussen slot en smartphone wordt versleutelde informatie gebruikt. “Dat betekent dat alleen de betreffende smartphone en het slot deze communicatie kunnen lezen. Deze vorm van versleuteling is zeer betrouwbaar, bijna 100 procent en wordt ook gebruikt door leger en bankwezen”, zo worden we gerustgesteld. Nu kennen we allemaal de verhalen over banken die gehackt worden dus een garantie dat deze digitale sloten absoluut veilig zijn, biedt de versleuteling niet. Als een bewoner de beveiliging van zijn wifi-verbinding bijvoorbeeld niet op orde heeft, kan een inbreker online zijn slag slaan.

Bluetooth scoort goed
Uit recent onderzoek van het Duitse onderzoeksinstituut AV-Test blijkt dat sloten die via bluetooth communiceren over het algemeen goed scoren op veiligheid. “Gemak hoeft niet altijd minder veiligheid in te houden”, aldus het testlab, dat zegt verrast te zijn door de hoge mate van veiligheid van de producten. De geteste sloten van Danalock, eQ-3, Noke, August, Burg-Wächter en Nuki verschillen hiermee van andere slimme huisapparaten die vaak onveilig zijn. Vijf van de zes sloten beschikken volgens AV-Test over een ‘solide basisbeveiliging’. Dat het ook mis kan gaan bleek eind 2017 toen onderzoekers van SecureWorks een beveiligingslek in twee sleutelloze deursloten ontdekten. Hierdoor konden nieuwe ID-badges aan de database met legitieme badges toegevoegd worden. Een Oostenrijks hotel moest vorig jaar cybercriminelen omgerekend 1500 euro betalen nadat die met behulp van ransomware het sleutelsysteem had vergrendeld. Hierdoor konden gasten hun kamers niet meer in. En ook Apple moest vorig jaar via een software-update voor zijn besturingssysteem iOS een ‘zwakke plek’ verhelpen in HomeKit. Met die toepassing kunnen gebruikers via een app verschillende apparaten in huis bedienen, zoals lampen, thermostaat en deuren.

Hoe komt indringer binnen? 
Vaak gaat de aandacht bij inbraakpreventie vooral uit naar de voordeur en het (keuken)raam dat vanaf de begane grond toegankelijk is. Terecht, want beide gevelopeningen staan in de top drie van meest door indringers gebruikte openingen. Maar de absolute nummer één is de achterdeur met 36 procent. Die wordt – waarschijnlijk door de aandacht voor de andere twee – nog wel eens ondergewaardeerd als het gaat om preventie. Uit eerder onderzoek van de stichting Nationale Inbraakpreventie Weken bleek dat slechts een op de acht achterdeuren voldoende beveiligd is.

Inbraakveilig volgens Bouwbesluit
In het huidige Bouwbesluit is de inbraakwerendheid van nieuwbouwwoningen of woongebouwen waarvoor de bouwvergunning na 1 januari is afgegeven vastgelegd in de norm NEN5096. Indien ramen of deuren bereikbaar zijn, moet een betreffend gevelelement inbraakwerend zijn volgens klasse 2 van deze norm. ‘Bereikbaar’ zijn ramen en deuren volgens norm NEN5087 als de onderzijde ervan lager dan 5,5 meter boven het aansluitende terrein ligt. Bovendien is de bovenste verdiepping van een flatgebouw bereikbaar als de dakrand zich niet meer dan 3,5 meter boven de galerijvloer bevindt.
Weerstandsklassen
In de norm zijn de tevens prestatieniveaus voor inbraakwerendheid in weerstandklassen vertaald. Doel hiervan is het verhinderen dat indringers binnen een bepaalde tijd een opening kunnen maken. Hiervoor zijn drie vormen gedefinieerd, te weten: rechthoek van 400 bij 250 millimeter, ellips van 400 bij 300 millimeter en een cirkel met een diameter van 350 millimeter. Het is aan de opdrachtgever om aan te geven aan welke inbraakwerendheidseisen welke gevelelementen moeten voldoen. Voor ramen, geveldelen en/of luiken met een afmeting die kleiner is dan de vereiste doorgangsopening gelden geen eisen. Met een proef conform NEN5096 kan de inbraakwerendheid van een gevelelement worden aangetoond.

Zelf testen 
De inbraakcijfers mogen dan dalen, volgens Coen Staal van stichting Nationale Inbraakpreventie Weken is nodig om aandacht te blijven besteden aan inbraakpreventie. “Gelukkig zien meer en meer mensen in dat het verstandig is om delen van het huis op inbraakgevoeligheid te controleren. Haal er meteen een PKVW-expert bij of begin met de InbraakPreventieCheck op de website van de stichting (www.inbraakmislukt.nl). Daarmee kan iedereen zelf op eenvoudige wijze zowel de voor- en achterdeur als de ramen checken.”

 

Tekst Geert Hilferink Beeld Nationale Inbraakpreventie Weken; PKVW; Nemef; DOM

Voor meer beeld zie het artikel in de rubriek 'Inbraakpreventie' in Raam en Deur 3 via de link: www.raamendeuronline.nl/digitaal
Wilt u een abonnement op Raam en Deur? Maak dan nu gebruik van de link: www.raamendeuronline.nl/abonneren

Hier uw advertentie?
Bel +31 (0)73 503 35 44.