Wet biedt timmerindustrie kansen.

Wet biedt timmerindustrie kansen.

Interview met Gerrit Buitenhuis van NBvT.
Hot houtitems: SPP, kwaliteitsborging en EN 16034.

De afgelopen vijftien jaar zette de houtbranche een enorme kwaliteitsverbetering door op het gebied van duurzaamheid, onderhoud en productie. Actuele thema’s zijn ‘single part production’, de Wet Kwaliteitsborging en de nieuwe geharmoniseerde Europese norm voor brandwerendheid, aldus Gerrit Buitenhuis van de branchevereniging voor de timmerindustrie NBvT. De Wet Kwaliteitsborging biedt de branche volop kansen, stelt Buitenhuis: “We verwachten dat aannemers minder gaan shoppen en meer compleet inkopen. Daar richt de timmerindustrie zich ook al op in.”

Hout brandt en hout rot – van dat imago heeft het bouwmateriaal hout zich lang en breed bevrijd. Volgens Gerrit Buitenhuis zijn er de laatste jaren grote sprongen gemaakt op het gebied van kwaliteit, duurzaamheid en onderhoud. Buitenhuis houdt zich binnen de NBvT bezig met techniek en regelgeving: “Vroeger hadden we tabellen met onderhoudsintervallen voor houten kozijnen van twee en drie jaar. Inmiddels is een onderhoudsinterval van tien tot vijftien jaar gewoon realiteit. In 2012 maakten we wat dat betreft de laatste grote slag met verbeteringen van de kozijnverbindingen. Momenteel is hout wat betreft de kosten voor de hele levensduur concurrerend, op het gebied van onderhoud en materiaal. Met de gemodificeerde houtsoorten hebben we een grondstof die stabieler is dan hardhout en die gladder is af te werken.”

‘Single part production’
Ook in de productie zijn slagen gemaakt, aldus Buitenhuis. Dat begon in de crisis, met lean en doorlooptijdverkorting (‘quick response manufacturing’, QRM) – de branche deed met minder mensen hetzelfde werk. Buitenhuis: “Daardoor kan men nu, met een bouw die boomt, relatief makkelijk opschalen en kortere doorlooptijden realiseren.” Kansen liggen aan de proceskant onder andere nog bij ‘single part production’ (SPP). Een belangrijk voordeel van SPP is dat de eerste verflaag vroeg in het productieproces wordt aangebracht en snel droog is. De verfindustrie is druk met SPP bezig, aldus Buitenhuis: “Je kunt zo werkzaamheden uit het productieproces halen: opharen bijvoorbeeld komt nauwelijks meer voor en dat scheelt in het schuren in de fabriek, eventuele gebreken in een onderdeel kunnen snel en makkelijk gerepareerd worden. Daarnaast is de timmerindustrie overgaan naar CNC-bewerkingen om kozijnen per stuk te maken, massamaatwerk of mass-customization. Daar kan SPP aangehangen worden.”
Single part production staat echter nog in de kinderschoenen. Twee timmerfabrieken zijn ermee bezig, de rest kijkt voorlopig de kat uit de boom, aldus Buitenhuis.

Wet Kwaliteitsborging
De Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen biedt de timmerindustrie volop kansen, stelt Buitenhuis: “De NBvT omarmt die wet; hij biedt mogelijkheden om de aannemer te ontzorgen door toegevoegde waarde te leveren. De timmerindustrie levert kozijnen niet meer in de grondverf op de bouwplaats af, maar verzorgt volledig beglaasde en afgelakte producten, geproduceerd onder geconditioneerde omstandigheden.”
En ook de garantie op de prestaties trekt de timmerindustrie naar zich toe. Buitenhuis: “Dat is goed voor de aannemer. Die zit binnen de Wet Kwaliteitsborging vast aan een opleverdossier en moet tien jaar instaan voor het bouwwerk dat hij heeft gerealiseerd. Hij moet bouwen naar Bouwbesluit en bestek. Wij hopen en verwachten dat de aannemer daardoor minder gaat shoppen en meer compleet inkoopt. Daar richt de timmerindustrie zich nu al op in.”

Stilstand na brandbrief
Punt van aandacht: de overheid pakt niet door. Dat is het gevolg van de brandbrief die een aantal grote gemeenten aan de regering stuurde naar aanleiding van de brand in de Grenfelltoren in Londen vorig jaar, met in die brief de vraag: ‘Hebben wij in Nederland de brandveiligheid wel goed op orde?’ De NBvT zet haar kaarten op het nieuwe kabinet. Buitenhuis: “De huidige minister heeft het dossier, de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen, naar verluidt weer opgepakt.”

Meer ketensamenwerking
Buitenhuis verwacht dat ook de ketensamenwerking toeneemt en partijen meer en meer als ketenpartners gaan samenwerken: “De timmerindustrie kan zo die toegevoegde waarde uit de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen leveren. Het maakt de bouw beter, goedkoper en slimmer. De bouw is erbij gebaat dat het werk op de bouwplaats vlot verloopt. Dingen moeten al op de tekentafel geregeld zijn, en niet op de bouwplaats ad hoc moeten worden opgelost.”

Europese regels rond brandwerendheid
Per 1 november 2019 moet de timmerindustrie voldoen aan de EN 16034, de geharmoniseerde Europese norm voor brand- en rookwerende deur- en raamconstructies op basis waarvan CE-gemarkeerd moet gaan worden. Die verplichte stap van nationale naar Europese productnormen en CE-markering heeft consequenties voor de timmerindustrie. Buitenhuis: “De NEN is verplicht nationale normen in te trekken op het moment dat er een Europese norm gepubliceerd wordt. Dat is ook goed, want dan kunnen Nederlandse producenten na één keer testen volgens de Europese norm hun geteste product door heel Europa aanbieden.”

Omgekeerd engineeren
Voor de timmerindustrie betekent de EN 16034 dat producten relatief weinig meer mogen afwijken van het geteste element. Het gevolg is dat producenten ‘omgekeerd’ moeten gaan engineeren, aldus Buitenhuis: “Je gaat niet meer ad hoc testen op projectbasis. Dat kan nog wel, maar het is erg duur. Je kijkt als producent eerst naar de extended application (EN 15269 serie) en stelt jezelf steeds de vraag: wat mag ik en wat moet ik? De vraag wordt dus: hoe moet mijn testelement eruitzien?”
Het testelement is waarschijnlijk een element dat nooit verkocht zal worden, voorziet Buitenhuis, maar op basis hiervan kan wel een assortiment brandwerende producten gemaakt worden. Fabrikanten gaan zo dus naar een vastgelegd eigen assortiment, net als in bijvoorbeeld Engeland, verwacht Buitenhuis: “Daar is dat al praktijk. In Nederland is het nog zo dat de architect tekent – en die tekening wordt vervolgens uitgewerkt. De nieuwe situatie verlangt echter een vastgelegd eigen assortiment en idealiter overleg met de architect in een vroeg stadium.”

NBvT als licentiegever
Na een co-existentieperiode van twee jaar wordt de geharmoniseerde Europese norm dus eind volgend jaar plicht. De NBvT heeft de handschoen al opgepakt, door op te treden als licentiegever voor de leden: “Onze leden hoeven niet individueel hun elementen te testen. Daar is ook helemaal geen testcapaciteit voor in Nederland. Vandaar dat we gekozen hebben voor een collectieve aanpak, waarbij de leden licentienemer worden. Omdat brand- en rookwerendheid steeds meer aandacht krijgt en belangrijker wordt, is CE-markeren op basis van de EN 16034 uiterst actueel. We verwachten dat, net als bijvoorbeeld bij hefschuifpuien, in de markt specialisten op dit gebied gaan ontstaan, dat er NBvT-leden zijn die zich gaan toeleggen op brandwerende en rookwerende oplossingen.”

Houtdag 2018
‘Hout op Triomftocht’ is de titel van de Houtdag 2018. In de vooraankondiging wordt de huidige positie van hout als bouwmateriaal beschreven als een renaissance. Het Houtblad claimt dat hout de sprong maakte van “grondstof uit de oude doos” naar oneindig bijgroeiend bouwmateriaal dat mijlenver voorligt, óók op andere, pas nu ontdekte circulaire materialen [...] Met nauwelijks beperkingen is het geschikt voor toepassingen in talrijkheid.”.
Houtdag 2018, Hout op Triomftocht, 15 november, Hotel Jakarta, Amsterdam. Meer informatie: www.houtblad.nl/Houtdag2018

Tekst Hans Fuchs Beeld Van de Vin Ramen en Kozijnen en Verweij Houttechniek door NBvT aangeleverd.

Dit interview artikel staat in Raam en Deur editie 5-2018

 

Hier uw advertentie?
Bel +31 (0)73 503 35 44.