Met CPO Sint Martens Hof werkten bewoners zelf aan hun stad

Met CPO Sint Martens Hof werkten bewoners zelf aan hun stad

tekst Louis Jongeleen | beeld Marcus Peters

Langs het spoorwegviaduct dat Arnhem-Noord scheidt van het centrum van de stad, staat aan de rand van de wijk Klarendal het nieuwe Hotel  Modez, met opvallende, hoge bakstenen puntgevels. Op de begane grond is het trendy grand-café Caspar gevestigd. Die plek is bij uitstek geschikt voor een gesprek met architect Addy de Boer. Niet alleen omdat hij en zijn collega’s van het Arnhemse bureau Nexit de ontwerpers zijn van het hippe Modez, maar ook omdat zij de afgelopen jaren betrokken waren bij ontwerp, organisatie en begeleiding van het bijzondere klushuizenproject in de wijk Sint Marten een paar honderd meter verderop.

 

Addy de Boer:” Begin deze eeuw stond een flink aantal woningen in de wijken Klarendal en Sint Marten op de nominatie om te worden gesloopt. Met dat vooruitzicht werd er aan onderhoud van veel woningen niets meer gedaan. Tegelijkertijd protesteerden bewoners van deze wijken tegen de sloop- en nieuwbouwplannen van de gemeente en woningcorporaties. Nieuwe appartementen in plaats van de bestaande karakteristieke panden vormden voor hen een schrikbeeld. Rond 2007 ontstond er meer begrip voor de actievoerders die voorstanders waren van het opknappen van de panden volgens een klusconcept, naar Rotterdams voorbeeld. Daar werden voor het eerst bestaande huurwoningen voor weinig geld verkocht aan liefhebbers die de plicht op zich namen om de slecht onderhouden panden zelf op te knappen, met hulp van aannemers. Toen het politieke klimaat in Arnhem veranderde met de komst van SP-wethouder Elfrink werd de ‘Klusfactor’ door de gemeente Arnhem en woningcorporatie Portaal omarmd. Ze besloten veertig boven-en benedenwoningen
rond de zogeheten Sint Martens Hof samen te voegen tot twintig ruimere panden en deze te verkopen . Voorwaarden daarbij waren een investeringsverplichting voor het opknappen van de huizen en het oprichten van een kopersvereniging die opdracht zou geven tot renovatie van het casco en de schil van de twintig panden. Daar hoorde ook een PvE bij voor isolatie, herstel van voegwerk en renovatie van kozijnen en daken. Die eisen zijn later door Nexit opgeplust met extra duurzaamheidsambities.”

Keukentafel
 Addy de Boer: “Nexit had toen al enige ervaring opgedaan met CPO-projecten elders. In feite was het al een specialiteit van ons om complexe projecten met particuliere opdrachtgevers tot een goed einde te brengen. Daar moet je als architect lol in hebben: bij mensen aan de keukentafel aanschuiven om dan hun ziel en zaligheid voorbij te zien komen. Dat is echt heel iets heel anders dan samenwerken met professionele projectontwikkelaars en woningcorporaties. Die manier van werken bij dit project en ook de combinatie van restauratie, renovatie en nieuwbouw pasten heel goed bij de filosofie van Nexit en bij onze expertise. Waarschijnlijk heeft ook onze betrokkenheid bij deze buurt meegespeeld toen we uit een selectie van vier architectenbureaus door de opgerichte kopersvereniging werden gekozen als projectarchitect. We hebben toen alle kopers uitgenodigd om in een aantal workshops de collectieve belangen te verkennen. In die sessies kwamen de gezamenlijke beslissingen tot stand over hoe er een samenhangend geheel gemaakt zou kunnen worden van het gevelbeeld van de achterzijde van de twintig panden en over de indelingen van een collectief bruikbaar binnenterrein. Met schetsen en modellen hebben wij dat werken aan gezamenlijke besluiten steeds gevoed. Ik ben er best trots op dat we daarmee hebben bijgedragen aan de inzet van de kopers bij het zelf vormgeven aan hun eigen woonomgeving. Ik bedenk daarbij dat architecten en bouwers het vaak hebben over duurzaamheid in termen van energiezuinigheid en milieuvriendelijkheid, maar dat ze de sociaal maatschappelijke duurzaamheid vaak buiten beschouwing laten. Wij waren in ieder geval vastbesloten om met dit project de sociale cohesie in deze wijk weer terug te brengen. Daarbij horen ook gemeenschappelijke beslissingen over hoe het straatbeeld er zou moeten uitzien. De workshopsessies daarover zijn later gevolgd door individuele gesprekken met kopers over hoe ze hun eigen woning wilde indelen, uitbouwen en afwerken. Van iedere afzonderlijk woning hebben we een 3D BIM-model gemaakt waarin we tot op detailniveau de technische oplossingen hebben uitgewerkt. Toen de kopersvereniging aannemer Kuiper Bouw Arnhem had uitgekozen als hoofdaannemer voor het restauratiewerk en de renovatie van de woningcasco’s, kon deze bouwer op basis van ons tekenwerk en onze aanwijzingen zijn plan trekken. Maar nu hebben we lang genoeg gepraat. Laten we nu naar buiten gaan en een kijkje gaan nemen in Sint Marten.”

Historisch
Buiten haalt Addy de Boer zijn design-fiets van het slot, stapt op en rijdt in wandeltempo over de Sonsbeeksingel richting de wijk Sint Marten. Na een paar honderd meter slaat hij rechtsaf de Hommelseweg op. In deze levendige straat met afwisselende series woonhuizen, herenhuizen, winkels en café’s, wijst De Boer op een huizenblok waarvan de gevels zorgvuldig gerestaureerd zijn. De Boer: ‘Je ziet hier een voorkant van het woningenblok dat één zijde van de Sint Martens Hof vormt. Wij vonden het belangrijk om alle kwaliteit die er nog zit in deze oude gevels weer zichtbaar te maken. Sierpleister en lijstwerk rondom kozijnen zijn hersteld en waar nodig opnieuw aangebracht. Alle kozijnen van deze tien gevels zijn vervangen. De oorspronkelijke profilering is teruggebracht in de nieuwe kozijnen De oorspronkelijke schuiframen zijn vervangen door vaste delen met uitzetramen aan de bovenkant . Het historisch aanzicht blijft dus behouden terwijl ook aan de hedendaagse eisen voor energiezuinigheid en comfort wordt voldaan. De keuze voor houten kozijnen lag voor de hand omdat hier sprake is van veel verschillende aansluitdetails.”
Een van de gerestaureerde panden heeft een hedendaags uiterlijk gekregen. De Boer: “Die pui hebben we een andere invulling gegeven. Daar was voorheen een portiek waar zich het straatvuil verzamelde. Nu is er een pui van slanke stalen profielen ingezet die is vormgegeven als een winkelpui. Alleen, er zit nu een woonkeuken achter. Die vormgeving is een knipoog naar het verleden toen er in deze straat kleine blokjes seriewoningen werden gebouwd die werden afgewisseld met individuele panden , vaak met kleine nerinkjes op de begane grond. Intussen voldoet die gevel wel aan de technische eisen voor isolatie, geluidwering en brandveiligheid.”

Deeleconomie
In de Marten van Rossumstraat, een zijstraat van de Hommelseweg, wijst Addy de Boer de weg naar de toegang van de binnenterrein van de Sint Martens Hof. Dan staat hij plotseling midden in een fraai aangelegde binnentuin met nog verassend veel groen tussen de struiken en boompjes met herfstkleuren. De wanden van de tuin worden gevormd door de puntgevels van de achterhuizen , afgewisseld door puien van hout en aluminium en zadeldaken met geometrische uitsparingen. De Boer: “Al deze verschillende panden moeten natuurlijk aan de gestelde eisen voldoen. Aan de eisen voor daglichttoetreding bijvoorbeeld. Nu waren hier veel mensen die een achtergevel met veel glas erin fijn vinden. Daar houd ik zelf ook van. Maar niet iedereen is hetzelfde. Anderen willen niet dat er teveel inkijk ontstaat. Voor die opdrachtgevers ontwerpen we dan geen glasgevel. Als architect kun je je eigen visie niet gaan opleggen. Sommige klanten kiezen graag voor jouw visie als architect, maar er zijn er ook mensen met wie je in een proces terecht komt waarin je samen kiest wat het beste past bij de persoonlijke wensen, bij de gezinssituatie en bij het beschikbare budget. Daarmee hoef ik mijn visie als architect niet te verloochenen. Je moet een balans zien te vinden. Dat is dan tevens je handschrift, jouw identiteit waardoor het ook zo’n project kan worden. Het ontwerp van de duurzame stadstuin op dit binnenterrein is gemaakt tijdens de verschillende workshops van de kopers met landschapsarchitect Sanda Lenzholzer en een aantal studenten landschapsarchitectuur van het Wageningen University & Researchcenter. Er werd daar ook de afspraak gemaakt dat de bewoners hun eigen achtertuintje zouden krijgen, met een vrij open erfafscheiding van natuurlijk materiaal. De tuintjes geven vrije toegang tot de grote tuin die de bewoners met elkaar delen. Hier zie je dus die deeleconomie fysiek gestalte krijgen. Ook de vormgeving van de verschillende aanbouwgedeelten aan de achtergevels is in gezamenlijkheid ontstaan.”

Mooi
“Dit was een lastig pand” zegt Addy de Boer als hij voor het hoekpunt staat waar de twee gevel- wanden van de Sint Martens Hof bij elkaar komen. De woning daar, in de oksel van het binnenterrein, zal waarschijnlijk weinig licht vangen. Of? Addy de Boer: “Hier hebben we iets bijzonders mee gedaan. We hebben het achtertuintje en de kelder uitgegraven tot ongeveer anderhalve meter beneden maaiveldniveau. Tegen de achtergevel hebben we een glazen erkeruitbouw van bijna vijf meter hoog gerealiseerd, opgebouwd uit structureel glas en een kozijn van Afrikaans Afzelia-hout. Een deel van de begane grondvloer hebben weggehaald zodat er een vide ontstond.  De glazen uitbouw verbindt zo de living op begane grond met de woonkeuken in het souterrain. Het kleine, intieme achtertuintje dat vanaf drie uur ‘s middag volop zon vangt, staat zo in directe verbinding met het souterrain dat ook belicht wordt via de ramen aan de straatkant. Helemaal boven in dit hoekpand hebben we een hap gehaald uit het dak en de gevel, om ruimte te creëren voor een dakterras en een studioruimte met kantoor. Met al deze ingrepen hebben we van een donker en lastig pand een zeer lichte woning gemaakt. Het betrof natuurlijk wel een aparte opdracht, los van de basisrenovatie. Voor de andere achtergevels hadden we met de kopers verschillende keuzemogelijkheden afgesproken met eventuele extra’s. De meesten kozen voor een achtergevel met houten kozijnen, met of zonder negge . Extra speciaal is de aluminiumgevel die nu tussen een houten en gestucte achtergevel staat. Deze gevelconstructie van aluminium en glas is op de tweede verdieping doorgezet en vormt zo één geheel met de glazen valbeveiliging van een dakterras. Bij de keuze van deze oplossingen heb ik me niet laten leiden door wat ik zelf het mooiste product of het mooiste materiaal vond. Mijn opvatting van wat mooi is, is niet het enige dat telt. Natuurlijk kan esthetiek soms een kernkwaliteit zijn van een ontwerp, maar bij dit project gaat het meer om hoe je samen een woonomgeving maakt. Daarbij zoek je naast fraaie oplossingen ook naar technisch en financieel passende mogelijkheden. Bij CPO Sint Marten was geen sprake van een architectuurbudget zoals die waarmee grote publieke gebouwen worden gerealiseerd of waarmee woningcorporaties werken. Toch denk ik dat hier op architectuurgebied meer bereikt is dan bij veel andere projecten voor stedelijke vernieuwing.”

Hier uw advertentie?
Bel +31 (0)73 503 35 44.