Marktsector utiliteitsnieuwbouw krimpt ruim 40%

Marktsector utiliteitsnieuwbouw krimpt ruim 40%

Voor de utiliteitsnieuwbouw waren 2008 en 2009 topjaren met productiewaarden van circa € 6,8 miljard. Vanaf 2010 slaat dat beeld volledig om, gevoed door een gedaalde vergunningverlening en de nasleep van de crisis. De nieuwbouwwaarde in de marktsector daalt tussen 2008 en 2011 met 41%. In 2012 krabbelt zowel de marktsector als de totale utiliteitsnieuwbouw weer licht op. Dit blijkt uit de jongste prognoses voor de BouwKennis Marketing Score Card Marktomvang.   In de marktsector vinden pas investeringen plaats als dat de bedrijfsactiviteiten ondersteunt. Verbetering in de marktsector moet daarom komen van een duurzaam herstellende economie. Per subsector zijn er fundamentele verschillen te zien, maar er is één gemene deler. Voordat een beslissing tot uitbreiding of vernieuwing genomen wordt, moeten eerst de bezettingsgraden weer op peil komen. Uiteraard zal elke sector en ieder gebouwtype anders reageren op de conjuncturele schommelingen en maatschappelijke veranderingen.  Vroegcyclische opleving industrie In de industrie en bouwnijverheid valt de nieuwbouwproductie vanaf 2010 scherp terug. Cumulatief tot en met mei 2010 is er voor deze sector voor € 196 miljoen aan vergunningen verleend voor de nieuwbouw. Dat is een daling van 51% ten opzichte van dezelfde periode in 2009 en van maar liefst 75% ten opzichte van 2008. Dit komt door de forse vraagdaling naar productiehallen, eventueel met aangrenzende kantoorruimte. Het herstel in de (zware) industrie komt eerder dan in de laatcyclische bouwnijverheid. De waarde van de gereedmeldingen voor industrie en bouwnijverheid ligt de komende jaren tussen de € 700 miljoen en € 800 miljoen.  Verschillen groot- en detailhandel Bij handel en horeca is voor de utiliteitsbouw met name de eerste belangrijk. Deze deelsector valt weer uiteen in groot- en detailhandel. De detailhandel kampt met teruglopende consumentenbestedingen. In combinatie met het al historisch hoge winkeloppervlak zorgt dat voor een teruglopende bouwopgave van winkelvastgoed. De groothandel gebruikt vooral (combinatie) bedrijfshallen en loodsen. Deze exportgerichte sector heeft geprofiteerd van de opleving op de wereldhandel. Dit effect is echter tijdelijk, aangezien het vooral door voorraadaanvulling werd gedragen. Hetzelfde effect geldt in grote lijnen voor de sector vervoer en communicatie. Maar voor de investeringen op gang komen moeten eerst de bezettingsgraden weer op orde komen. Hoopgevend is wel het sterke herstel op de mainports Schiphol en de Rotterdamse haven, waar de groei van de goederenoverslag in het eerste halfjaar van 2010 in de dubbele cijfers uit is gekomen.   Overcapaciteit in zakelijke dienstverlening De zakelijke dienstverlening is een afwisselende sector, bestaande uit bijvoorbeeld IT, accountants, architecten, schoonmakers en reisbureaus. Het gebruikte vastgoed bestaat voor een groot deel uit kantoren. Cumulatief tot en met mei ligt de waarde van de vergunningverlening ten behoeve van de zakelijke dienstverlening op € 152 miljoen, ver onder het langjarig gemiddelde (vanaf 2000) over de eerste vijf maanden van € 438 miljoen. De dalende trend zet voorlopig ook nog door. Overcapaciteit, hoge leegstandniveaus en demografische ontwikkelingen temperen de nieuwbouw van kantoren. In 2011 en 2012 zal de productiewaarde uitkomen op € 550 miljoen, 60% onder het niveau van 2008.   Vooralsnog geen invloed bezuinigingen budgetsector De nieuwbouwproductie in de budgetsector trekt zich barweinig aan van de crisis. Deze blijft tussen 2010 en 2012 stabiel. Er is zelfs sprake van een marginale toename tot bijna € 2,4 miljard. De productiewaarde voor de sectoren onderwijs en vooral gezondheidszorg zullen toenemen. Onder voorbehoud van de plannen van het kabinet in formatie, lijkt de post onderwijs geen sterke bezuinigingen te ondergaan. Het binnenklimaat van scholen is juist een punt van aandacht. Daaruit kan werk voor de bouwsector voortkomen, alhoewel dit vooral renovatieactiviteiten op zal leveren.   Behoedzaamheid geboden De ontwikkeling van de Nederlandse conjunctuur blijft omgeven door onzekerheid. Een dubbele dip – al dan niet via een tweede instorting van de VS of het afkoelen van de Aziatische groei – is niet uitgesloten. Afwijkingen ten opzichte van de economische voorspellingen kunnen met name de marktsector beïnvloeden. Daarom is zorgvuldigheid geboden bij deze prognosecijfers. BouwKennis is uitgever van marktinformatie over de bouw-, vastgoed- en installatiesector. De producten van BouwKennis ondersteunen managers bij het bepalen en invullen van het beleid. Voor meer informatie over BouwKennis of om u in te schrijven voor onze digitale nieuwsbrief, kijk op www.bouwkennis.nl.

Voor de utiliteitsnieuwbouw waren 2008 en 2009 topjaren met productiewaarden van circa

€ 6,8 miljard. Vanaf 2010 slaat dat beeld volledig om, gevoed door een gedaalde vergunningverlening en de nasleep van de crisis. De nieuwbouwwaarde in de marktsector daalt tussen 2008 en 2011 met 41%. In 2012 krabbelt zowel de marktsector als de totale utiliteitsnieuwbouw weer licht op. Dit blijkt uit de jongste prognoses voor de BouwKennis Marketing Score Card Marktomvang.

In de marktsector vinden pas investeringen plaats als dat de bedrijfsactiviteiten ondersteunt. Verbetering in de marktsector moet daarom komen van een duurzaam herstellende economie. Per subsector zijn er fundamentele verschillen te zien, maar er is één gemene deler. Voordat een beslissing tot uitbreiding of vernieuwing genomen wordt, moeten eerst de bezettingsgraden weer op peil komen. Uiteraard zal elke sector en ieder gebouwtype anders reageren op de conjuncturele schommelingen en maatschappelijke veranderingen.

Vroegcyclische opleving industrie

In de industrie en bouwnijverheid valt de nieuwbouwproductie vanaf 2010 scherp terug. Cumulatief tot en met mei 2010 is er voor deze sector voor € 196 miljoen aan vergunningen verleend voor de nieuwbouw. Dat is een daling van 51% ten opzichte van dezelfde periode in 2009 en van maar liefst 75% ten opzichte van 2008. Dit komt door de forse vraagdaling naar productiehallen, eventueel met aangrenzende kantoorruimte. Het herstel in de (zware) industrie komt eerder dan in de laatcyclische bouwnijverheid. De waarde van de gereedmeldingen voor industrie en bouwnijverheid ligt de komende jaren tussen de € 700 miljoen en € 800 miljoen.

Verschillen groot- en detailhandel

Bij handel en horeca is voor de utiliteitsbouw met name de eerste belangrijk. Deze deelsector valt weer uiteen in groot- en detailhandel. De detailhandel kampt met teruglopende consumentenbestedingen. In combinatie met het al historisch hoge winkeloppervlak zorgt dat voor een teruglopende bouwopgave van winkelvastgoed. De groothandel gebruikt vooral (combinatie) bedrijfshallen en loodsen. Deze exportgerichte sector heeft geprofiteerd van de opleving op de wereldhandel. Dit effect is echter tijdelijk, aangezien het vooral door voorraadaanvulling werd gedragen. Hetzelfde effect geldt in grote lijnen voor de sector vervoer en communicatie. Maar voor de investeringen op gang komen moeten eerst de bezettingsgraden weer op orde komen. Hoopgevend is wel het sterke herstel op de mainports Schiphol en de Rotterdamse haven, waar de groei van de goederenoverslag in het eerste halfjaar van 2010 in de dubbele cijfers uit is gekomen.

Overcapaciteit in zakelijke dienstverlening

De zakelijke dienstverlening is een afwisselende sector, bestaande uit bijvoorbeeld IT, accountants, architecten, schoonmakers en reisbureaus. Het gebruikte vastgoed bestaat voor een groot deel uit kantoren. Cumulatief tot en met mei ligt de waarde van de vergunningverlening ten behoeve van de zakelijke dienstverlening op € 152 miljoen, ver onder het langjarig gemiddelde (vanaf 2000) over de eerste vijf maanden van € 438 miljoen. De dalende trend zet voorlopig ook nog door. Overcapaciteit, hoge leegstandniveaus en demografische ontwikkelingen temperen de nieuwbouw van kantoren. In 2011 en 2012 zal de productiewaarde uitkomen op € 550 miljoen, 60% onder het niveau van 2008.

Vooralsnog geen invloed bezuinigingen budgetsector

De nieuwbouwproductie in de budgetsector trekt zich barweinig aan van de crisis. Deze blijft tussen 2010 en 2012 stabiel. Er is zelfs sprake van een marginale toename tot bijna € 2,4 miljard. De productiewaarde voor de sectoren onderwijs en vooral gezondheidszorg zullen toenemen. Onder voorbehoud van de plannen van het kabinet in formatie, lijkt de post onderwijs geen sterke bezuinigingen te ondergaan. Het binnenklimaat van scholen is juist een punt van aandacht. Daaruit kan werk voor de bouwsector voortkomen, alhoewel dit vooral renovatieactiviteiten op zal leveren.

Behoedzaamheid geboden

De ontwikkeling van de Nederlandse conjunctuur blijft omgeven door onzekerheid. Een dubbele dip – al dan niet via een tweede instorting van de VS of het afkoelen van de Aziatische groei – is niet uitgesloten. Afwijkingen ten opzichte van de economische voorspellingen kunnen met name de marktsector beïnvloeden. Daarom is zorgvuldigheid geboden bij deze prognosecijfers.

BouwKennis is uitgever van marktinformatie over de bouw-, vastgoed- en installatiesector. De producten van BouwKennis ondersteunen managers bij het bepalen en invullen van het beleid. Voor meer informatie over BouwKennis of om u in te schrijven voor onze digitale nieuwsbrief, kijk op www.bouwkennis.nl.

Hier uw advertentie?
Bel +31 (0)73 503 35 44.