Franz Freundorfer over de toekomst van kozijnen, ramen en aanluitingen, fraaier, slimmer en goedkoper,

Franz Freundorfer over de toekomst van kozijnen, ramen en aanluitingen, fraaier, slimmer en goedkoper,

De huidige standaarden voor kozijnen van de KVT (kwaliteit voor timmerwerk) is volstrekt achterhaald. Dat geldt ook voor de aansluitingen op de gevel. De organisatoren van het congres NulNu 2016 nodigden de juiste man uit voor een workshop om die stelling te bevestigen: Franz Freundorfer, de Oostenrijkse passiefhuis consultant. 

Niets minder dan het kozijn van de toekomst was het onderwerp dat de Oostenrijker en passiefhuis consultant Franz Freundorfer wilde bespreken. Dat deed hij onlangs in de workshop voorafgaand aan het congres Nulnu 2016 in één van de zalen van de Jaarbeurs (samen met DNA in de Bouw de organisator van het congres). De initiatiefnemers willen met de uitnodiging aan deze Oostenrijkse aanjager van kozijnontwikkeling in de Duitstalige landen een boost geven aan de ontwikkeling van een verbeterde versie van het Nederlandse standaard KVT-kozijn. Ze streven naar een KVT+ uitvoering met verbeterde aansluitdetails. En dat is geen overbodige luxe want de grootste energielekken vind je rondom kozijn en raam. 

Comfort
Freundorfer heeft enig recht van spreken als het gaat om kozijnen. Hij bedacht maar liefst 25 kozijnconstructies die het etiket ‘geschikt voor passiefhuis’ mogen dragen. Op 9 ervan heeft hij Europees patent gekregen. Al die constructies van Freundorfer zijn erop gericht het comfort binnen te optimaliseren. Comfort is volgens de Oostenrijker als volgt te definiëren: het temperatuursverschil in een ruimte mag niet groter zijn dan 3 graden Celsius en het temparatuursverschil tussen knie en borst niet minder dan 1,5 graden. Dat is in een standaard woonhuis met traditionele vensters en kozijnaansluitingen zelden het geval. Daar ervaart men een temperatuursverloop van 3,7 graden direct achter het glas tot 21 graden als het buiten 15 graden vriest. En dat is buitengewoon onaangenaam. Bovendien leidt die temperatuurval direct achter het glas tot condensvorming, en dat kan weer leiden tot houtrot. De voorbeelden van Freundorfer zijn geënt op de Oostenrijkse situatie. Bij ons komen extreem lage temperaturen niet zo vaak voor. Daardoor lijken de voorbeelden ver van de Nederlandse realiteit af te staan. Maar, aldus de Oostenrijker, een energiebewust kozijn in Oostenrijk is dat ook in Nederland. 

Beglazing
Een eerste belangrijke winst is te halen door de keuze voor de juiste beglazing. Freundorfer ziet het meest in thermisch isolerende drievoudige beglazing waarvan ten minste de binnenruit aan de spouwzijde is voorzien van een low e-coating. Deze coating zorgt ervoor dat de warmtestralen teruggekaatst worden.
Als men dan toch een keuze wil maken voor beglazing met een gasvulling, dan geeft hij de voorkeur aan een argon- boven een xenon- of cryptonvulling, simpelweg omdat er meer argon voorradig is. Maar, zegt hij, bij een gasvulling loop je altijd het risico van weglekken en dus een verminderde werking. Ook is hij geen groot voorstander van het in China zeer populaire vacuümtrekken van de glasspouw. Hierdoor ontstaan immers onnodig spanningen in de glaslagen. Bovendien zijn de resultaten niet zo geweldig. 

Aansluitingen
De aansluiting van de muur op het kozijn en van het kozijn op draaiende delen zorgen nog altijd voor grootste problemen. ‘Money-throw-through-gaps’ noemt Freundorfer de aansluitingen, omdat er enorme hoeveelheden energie door weglekken. Dubbele tot driedubbele aanslagen bij ramen op kozijnen en slimme plaatsing van de isolatiematerialen in de kozijnen en van de kozijnen in de muur kunnen veel leed voorkomen. Zo kun je honderden euro’s besparen als je bij renovatie het nieuwe kozijn niet in het buitenspouwblad plaatst, maar in een eps-profiel dat een geheel vormt met de gevelisolatielaag. Zorg verder voor luchtdichte aansluitingen.
Door aanschaf van een goedkoop kozijn, betaalt de consument uiteindelijk driemaal de oorspronkelijk prijs. En wie ‘the state of the art’ aanschaft, hoeft zich in feite geen zorgen te maken over de oriëntatie van zijn woonhuis. Al blijft een oriëntatie op het zuiden in de meeste gevallen wenselijk, met name vanwege de warmtevang in de winter. 

Tekst:  Arie Grevers
Beeld:  DNA in de Bouw, Ingenieursbureau PHC/Franz Freundorfer

Hier uw advertentie?
Bel +31 (0)73 503 35 44.