EPC-eisen sinds 1 januari weer omhoog

EPC-eisen sinds 1 januari weer omhoog

De lat ligt weer een stukje hoger: sinds 1 januari is de EPC verder aangescherpt. Voor woningen is de EPC-eis nu 0,4. Ook de Rc ging omhoog, al zijn de teugels voor ramen en deuren wat gevierd. De U-waarde van 1,65 W/m2K blijft staan. Ir. Harm Valk, senior adviseur bij Nieman Raadgevende Ingenieurs: "Maar nu mag officieel gemiddeld worden met alle transparante delen in een gebouw."

Nog maar vijf jaar te gaan, en dan geldt voor nieuwbouw de Europese eis om (bijna) energieneutraal te bouwen. Op weg naar die norm zijn de eisen aan EPC en Rc begin dit jaar weer iets omhoog gegaan. Bij de EPC voor woningen ging de EPC twee tiende punt omhoog, van 0,6 naar 0,4. En ook de grenswaarden voor utiliteitsbouw zijn strenger geworden (zie tabel).

Volgens Harm Valk is de nieuwe regelgeving op zichzelf niet complex: "Maar de impact voor de praktijk is groot. Een sprong van twee tiende punt is numeriek misschien niet veel. Maar procentueel moet iedereen een steeds groter deel terug. Voor utiliteitsbouw verlangt de overheid nu een energieprestatie die vijftig procent beter is dan in 2007."

Voor de utiliteitsbouw is de aanscherping volgens Valk lastiger dan voor woningbouw, omdat er minder eenduidig uitspraken over te doen zijn: "Een kantoor heeft een andere energiebehoefte en andere besparingsmogelijkheden dan bijvoorbeeld een ziekenhuis."

Grenzen in zicht
Op zichzelf vindt Valk de aanscherping van de EPC een goede zaak. Maar voor bepaalde EPC-componenten komen de grenzen in zicht, aldus de senior adviseur van Nieman: "De EPC-berekening bestaat uit een aantal componenten, waarvan de bekendste de berekening van de transmissieverliezen is. Daar helpt isoleren. Maar je hebt ook met andere componenten te maken, bijvoorbeeld het tapwatergebruik en een vaste waarde voor verlichting. In de energieprestatie kun je een aantal factoren beinvloeden - warmtewinst door glas, isolatie - maar er zit een grens aan."

Voor woningen ligt die grens volgens Valk bij de nieuwe EPC van 0,4: "Momenteel halen we die score nog via onder meer de isolatie van de schil. Maar om onder die 0,4 te komen, moet je gebouwgebonden duurzame energie gaan opwekken, in de vorm van PV, een windmolen op de hoek van de wijk of een vorm van biomassa, zoals een pelletketel. Dat wordt op termijn plicht; vanaf 2020 moeten we duurzaam energie opwekken om te kunnen voldoen aan de Europese eis van (bijna) energieneutrale gebouwen. En dan nog gaat het alleen om het gebouwgebonden energiegebruik, dus nog niet eens de stroom voor de televisie en de wasmachine."

Zwaardere kozijnen
Voor de ramen- en deurenbranche heeft de aanscherping sinds 1 januari consequenties, stelt Valk. Volgens hem zal allereerst meer triple glas worden ingezet: "Triple glas is een voor de hand liggende en effectieve keuze voor het verlagen van de EPC. Maar het betekent ook; zwaardere kozijnen, zwaarder hang- en sluitwerk en extra aandacht voor de montage en de uitvoering, vanwege het toegenomen gewicht van het kozijn. Men moet hier ook aan ARBO-eisen blijven voldoen."

Daarnaast gaat de industrie meer luchtdicht bouwen, verwacht Valk: "De branche gaat kozijnen afplakken op het casco. Dat zien we nu al, en dat zal steeds breder worden toegepast. Want goed luchtdicht bouwen levert een flinke slag op naar de EPC van 0,4."

U-waarde: middelen mag
Niet alleen de EPC is aangescherpt: sinds 1 januari 2015 gelden ook andere eisen voor de thermische schil. Tot 1 januari 2014 gold een Rc-waarde van 3,5 m2K/W voor de schil als geheel. Die eis is nu gedifferentieerd per onderdeel van de schil: vloer, gevel en dak. Voor vloeren blijft een Rc van minimaal 3,5 m2K/W gelden. Bij gevel en dak liggen de Rc-waardes bij minimaal 4,5 m2K/W respectievelijk 6,0 m2K/W. Deze gedifferentieerde Rc-eisen vervangen de oorspronkelijk geplande waarde van 5,0 m2K/W voor de hele schil.

Voor transparante constructies (ramen en deuren) is de Rc-eis versoepeld, zonder dat daarbij de Rc-waarde van 1,65 W/m2K is veranderd. Valk: "Voorheen was onduidelijk hoe men de U-waarde mocht bepalen. Nu is sinds 1 januari gewoon formeel duidelijk: middelen mag. Voorheen gold de U-waarde van 1,65 W/m2K voor elk kozijn. Nu mag men deze U-waarde als gemiddelde nemen van alle transparante delen van een gebouw. Voor individuele kozijnen mag de U-waarde daarbij echter niet hoger uitvallen dan 2,2 W/m2K, mits het gemiddelde van het bouwwerk maar lager dan 1,65 blijft. Ramen met HR++ en een normaal houten of kunststof kozijn voldoen aan de gestelde eis. Deuren, heel kleine kozijnen (een wc-raampje) en sommige aluminium kozijnen komen moelijker aan die 1,65 W/m2K."

Rekenen is beter
Overigens is het feit dat men mag middelen niet per se een reden tot juichen, aldus Valk: "Tot 2020 laat de EPC speelruimte voor het middelen van de energieprestatie tussen maatregelen aan de schil, installaties en duurzame opwekking. Maar in de toekomst wordt - zo is het voornemen - een aparte eis gesteld aan het casco; het wordt dan een eis in twee stappen. Ook nu heeft het al zin om nauwkeurig te rekenen, met name bij projecten met veel glas, want die scoren in het algemeen beter dan 1,65 W/m2K. De U-waarde van glas is namelijk beter dan de U-waarde van het kozijn."

Hier uw advertentie?
Bel +31 (0)73 503 35 44.