De nieuwe inbreker zit achter een computer

De nieuwe inbreker zit achter een computer

Hang- en sluitwerkbranche is nog niet klaar voor de online-maatschappij

De hype van de zelfsturende auto blijkt bij nader inzien geen hype, maar een serieus signaal dat het tijdperk van ‘het Internet der Dingen’ (loT) nu echt is aangebroken. We kunnen nu zelfs al onze voordeur openen met een smartphone. Er zijn elke dag weer nieuwe apps die ons het leven misschien nog aangenamer maken. Intussen weten we niet hoe kwetsbaar we ons maken, terwijl we online gaan. Worden onze privégegevens afgetapt? Zijn we afdoende beschermd tegen digitale inbrekers? Krijgt het begrip ‘veiligheid’ langzamerhand een andere betekenis, of heeft het dat nu al? Het is in feite een vraag aan iedereen, maar zeker aan de professionals die dagelijks werken aan veiligheid.

Adembenemend
Dit najaar kwamen ongeveer tweehonderd bezoekers naar de Reehorst in Ede voor de jaarlijkse ‘Veilig Wonen Dag’ van het CCV (Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid). Er waren standhouders die hun nieuwe inbraakwerende producten presenteerden, sprekers die in workshops hun visie gaven op veiligheid en beveiliging en een meerderheid van belangstellende leveranciers van veiligheidsproducten mét PKVW-certificaat. Een prima binnenkomer had trendwatcher Richard van Hooijdonk. In een adembenemend tempo sleurde hij met woord en beeld een beduusd publiek de toekomst in. ‘Alles gaat straks online’, ‘Ik heb een chip laten injecteren, dan heb ik geen voordeursleutel meer nodig’, ‘Denkt u dat u verliefd zou kunnen worden op een robot?’ ‘Krijg je straks sloten met camera’s en sensoren?’ Zo uitbundig als hij was begonnen zo bezonnen sloot hij af met de opmerking waar even niet om werd gelachen. Van Hooijdonk: “Wie geeft er nog om zijn privacy? Niemand? Prima zo, want die bestaat straks niet meer.”
 
Sleutelproblemen
In de wandelgangen en tijdens de workshops keerde de uitsmijter van de inleider niet meer terug als gespreksonderwerp. Zo werd de Veilig Wonen Dag toch nog een gezellige dag voor branchegenoten. Ook de uitreiking van de landelijke PKVW-prijzen verliep in opperbeste stemming, compleet met de felicitaties van Minister Van der Steur van Veiligheid en Justitie. Opvallend daarbij was wel, dat bij de producten die waren genomineerd voor de PKVW-prijs voor het beste innovatieve product, geen enkel slot of sluitsysteem was, dat was uitgerust met nieuwe elektronische mogelijkheden? Dat roept de vraag op in hoeverre innovatie leeft bij in de hang- en sluitwerkbranche en hoe het CCV daarnaar kijkt. Lilian Tieman van het CCV en programmaleider van het PKVW wil daar wel op ingaan. Tieman: “Voor ons is dat een project waar we nog maar pas mee aan de slag zijn gegaan. Dat begon met zorgen over inbraken in niet-gecertificeerde sleutelkluizen. Nu zijn we, samen met partijen in de zorg, bezig met het opstellen van criteria voor een goed toegangssysteem met certificatie als uitgangspunt voor kwaliteit.  Intussen zijn we alert op veilig gebruik van sleutelkastjes die de thuiszorg gebruikt om bij een noodalarm toegang te krijgen tot een woning van een cliënt. Die kluisjes moeten wat ons betreft SKG-IKOB gecertificeerd zijn. De betrokken partijen waarmee we overleggen, zijn o.a. de (Landelijke Vereniging voor Thuiszorg), de VGN (Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland) en de WDTM (brancheorganisatie voor woonzorgtechnologie) en Vilans. Er zijn veel soorten sleutelkluisjes in gebruik en daar zijn ook onveilige bij. We gaan bij drie zorginstellingen kijken hoe ze werken met sleutelkluizen en met de meer elektronische systemen waarbij ze met een smartphone toegang hebben tot een woning.”

Sneller
Toch is niet iedereen in de hang- en sluitwerk branche gerust op wat er komen gaat. Dat geldt ook voor Arjen Koole, directeur van de VHS, Vereniging Fabrieken van Hang- en Sluitwerk en tevens voorzitter van de Werkgroep Kwaliteitsbeheer PKVW van het CCV, die het eisenpakket van het Politiekeurmerk Veilig Wonen vaststelt. Tijdens de Veilig Wonen Dag 2016, gaf hij een workshop over de verschillende toegangsbeheerssystemen die in de afgelopen jaren in de zorgsector zijn ontwikkeld om derden toegang te verlenen tot de woningen van zorgvragers, van niet- gecertificeerde sleutelkluisjes tot en met geavanceerde beveiligingselektronica die worden aangestuurd met apps. Koole noemt een aantal knelpunten: “Binnen een aantal jaren zal bediening via apps en platformen zoals bijv. Google Nest waarschijnlijk ruim beschikbaar zijn. Hoe de veiligheid daarvan geborgd gaat worden is onduidelijk.” Koole constateert dat de ontwikkelingen nu veel sneller gaan dan het opstellen van eisen. Koole: “Een Europees normalisatietraject voor elektronische producten in combinatie met datacommunicatie met mobiele apparaten is recent gestart en het onderwerp staat ook op de agenda van de Europese werkgroep voor inbraakwerendheid. Nieuwe en herziene productnormen zullen de komende jaren gepubliceerd worden. De marktacceptatie zal sterk afhangen van de prijsontwikkeling en de kwaliteit van systemen op het gebied van veiligheid en van storingsgevoeligheid, maar ook van de samenwerking tussen partijen.”

Sleutelkluisjes
De ontwikkeling die is uitgelopen op het huidige uitgebreide aanbod van elektronische sloten en slimme sluitsystemen begon al in de jaren ’80 van de vorige eeuw met de vraag: hoe kan een zelfstandige met een beperking, met dementie of een chronische ziekte bij een noodoproep via persoon-alarmering hulp kiezen voor zorg aan huis? In geval van nood spoedde de thuishulp zich eerst naar een centrale sleutelpost om de huissleutel van de hulpvrager op te halen. Die vorm van hulpverlening werd erg populair, maar het systeem was niet efficiënt en lastig bij sleutelverlies. En daar was toen het afsluitbare sleutelkluisje, dat stevig wordt bevestigd naast de voordeur, met daarin de huissleutel. Na een onderzoek in samenwerking met TNO in 2005, naar het gebruik van de kluisjes stapten de thuiszorginstellingen vrij massaal over naar de variant met pincode-ontsluiting. Maar in 2014 werd dat systeem mikpunt van inbraakgolven. Intussen verschenen er elektronische motorsloten o de markt die worden bediend via een app op de smartphone. “Maar daarmee waren we nog niet uit de problemen”, zegt Johan van der Leeuw. Hij is senior adviseur bij Vilans, kenniscentrum voor langdurige zorg. Hij ontwikkelt domotica en ICT-hulpmiddelen voor mensen met een beperking, met dementie of een chronisch ziekte, die zo lang mogelijk thuis willen blijven wonen. Van de Leeuw: “Er zijn anno 2016 heel veel elektronische sluitsystemen compleet met drie SKG-sterren Die zijn ook geschikt zijn ook voor toepassingen in de thuiszorg. Alleen, de thuiszorg zelf en de cliënten kiezen toch liever voor de goedkopere oplossing, voor de sleutelkluis, met of zonder SKG-certificaat. Ook Vilans neemt de komende maanden deel aan het grote onderzoek, ondersteund door het Ministerie van Veiligheid en Justitie, naar toegangssystemen in de zorg, samen met de verschillende organisaties in de thuiszorg, het CCV en de aanbieders van nieuwe elektronische toegangssystemen…en sleutelkluisjes.

"Ik vind het een mooie gedachte dat veiligheid niet uitsluitend gaat om mensen zoveel mogelijk buiten te houden"

Opener
Alleen al de naam van de website OPENR.NL is een slimme vondst. We verwachten een ‘opener’. De homepage toont een man die op de trap van flat een jonge vrouw begroet die juist naar boven komt. Haar blik van herkenning zegt dat die twee elkaar kennen. Ze heeft haar jas nog aan, dus ze komt net van buiten. Maar hoe is ze binnengekomen? Met de OPENR dus. Deze draadloze intercom is speciaal ontwikkeld voor bedrijfsverzamelgebouwen, studentenflats en wooncomplexen. Elke huurder van een ruimte in een gebouw kan via een app met een toegangscode de intercom instellen op het verlenen van toegang van personen die hem of haar willen bezoeken of die zijn of haar ruimte willen gebruiken. Deze specifieke functie biedt gastvrijheid en gebruiksgemak voor de betreffende bewoner. Die kan via een app al zijn deuren zelfs voor een ander openen zonder zelf aanwezig te zijn. De startup , ontwikkeld door het Rotterdamse ontwerpbureau Afdeling Buitengewone Zaken (www.afdelingbuitengewonezaken.nl), kwam vorig jaar op de markt. Het bestaat uit een beltableau en een online mobiel beheerssysteem en wordt via de smartphone bediend met draadloos internet via een 4G- simkaart of een lokaal WiFi-netwerk. Jan Belon was vanaf het begin betrokken bij het product. Belon: “We zijn destijds begonnen met een marktonderzoek. Het bleek dat de OPENR vooral nuttig kon zijn bij bedrijfsverzamelgebouwen, waar veel verloop is en iedereen een mobiel heeft. Die prognose blijkt te kloppen. De grootste voordelen van OPENR die onze klanten noemen zijn: dat je het zelf kan beheren, dat er geen kabels gelegd hoeven worden, en dat je een account via een beheerder simpel kunt aanmaken en weer afmelden.” En hoe zit het met de veiligheid? Belon: “Wij nemen zelf de verantwoordelijkheid voor de inbraakveiligheid van ons systeem, ook voor het internetgedeelte. De meeste installateurs van intercomsystemen doen dat niet. OPENR is beveiligd met de encryptie volgens de laatste AES-protocollen.”

Versleutelen
Om een levensvatbaar concept te ontwikkelen voor een nieuw voordeurslot voor een woning dat veiliger, gebruiksvriendelijker en goedkoper is dan alle bestaande sloten, moet je behalve technisch vernuft ook lef hebben. En om het op de markt te brengen moet je kunnen investeren. Aan de eerste twee voorwaarden is ruimschoots voldaan bij het ingenieuze driemanschap dat sinds een jaar samenwerkt in het nieuwe bedrijf ‘Bold Security Technology’. De firma concentreert zich nu op de presentatie van de ’Bold Smart Lock’ op de eigen website (www.boldlocks.eu) en op de start van een ‘crowdfunding-actie’ om hun slimme slot te kunnen uitontwikkelen en om het marktklaar te kunnen maken. Als alles naar wens verloopt, komt het slot in de loop van 2017 beschikbaar voor de ‘crowd’ die heeft geïnvesteerd. De drie technisch ingenieurs Thom van Beek, Toine Dingemans en Jodi Kooijman – ze leerden elkaars capaciteiten kennen op de TUDelft - zijn nu ongeveer een jaar intensief bezig met ontwerp en ontwikkeling van een elektronisch deurslot, zonder sleutel en zonder ‘zo’n onhandig pasje’. Thom van Beek: ”De elektronische sloten die werken met een pasje of een badge zijn in de regel in gebruik bij grotere bedrijven en organisaties. Het is een relatief veilig en veelzijdig systeem, maar ook erg duur. Wij vonden dat het eenvoudiger en betaalbaar moest kunnen, voor toepassingen in het MKB en voor woningen. Met onze gezamenlijke expertise hebben we een uniek product gemaakt: een slot dat je bedient met je smartphone, dat je monteert zoals je een cilinder vervangt en dat zowel mechanisch als digitaal zeer moeilijk te kraken of te hacken is.” Van Beek meent dat het ‘Bold Smart Lock’ zo robuust is, dat het gemakkelijk kan voldoen aan de eisen voor 3 SKG-sterren. Van Beek: “Wij werken met aanwezigheidsdetectie via bluetooth en gps. Voor het versleutelen van de gebruikte codes gebruiken we het Ubiqu-systeem (www.ubiqu.com), dat op hetzelfde beveiligingsniveau zit als dat van regulier betalingsverkeer en transacties met bankpasjes. Die beveiliging is getest door hackers die goed thuis zijn in geavanceerde beveiligingssystemen.” Meer info op www.boldlocks.eu

Interactie
Wie ‘Dutch Design’ zegt heeft het tegenwoordig vrij snel over Eindhoven. En wie meer wil weten over nieuwe manieren voor het ontwerpen van systemen voor interactie van mens en hedendaagse technologie, die steekt zijn licht op bij de Faculteit ‘Industrial Design’ van de TU/e, Eindhoven. Ook dit studiejaar hebben studenten uit alle delen van de wereld hun weg gevonden naar de colleges en workshops van universitair docent Joep Frens. Bij het begin van het eerste semester zet hij 28 studenten op het spoor van ontwerpen van technologie voor een woning die nauwkeurig aansluit bij de menselijke mogelijkheden, wensen en behoeften zoals veiligheid, comfort, bedieningsgemak en privacy. De theorie van zijn manier van ontwerpen noemt Frens ‘Ontwerpen voor Rijke Interactie in Groeiende Systemen.’
Frens: “Rijke interactie zoekt inspiratie in hoe we aan de wereld  - en natuurlijk ook aan klassieke producten -  om ons heen - kunnen zien hoe we ze kunnen gebruiken, door hun vorm en betekenis. Deze inzichten kun je toepassen op interactieve producten zoals telefoons, camera’s maar ook computers. Dit is heel wat anders dan de gebruikelijke manier van het openen van de functionaliteit van interactieve producten die met menu’s en schermen en met navigatie knopjes werken. Wanneer je naar de ‘IoT’ kijkt, wordt het complexer, omdat deze systemen een dynamiek hebben die traditionele maar ook interactieve producten niet kennen.

De IoT-zandbak
Frens meent dat het voor één ontwerper ondoenlijk is om hele IoT-systemen uit te denken. Daarom vormt hij werkgroepen die gezamenlijk een domotica-systeem voor een concreet woonhuis in de vorm van een maquette. De studentenkrijgen de opdracht om personen, woninginrichting en de levenspatronen van de verschillende karakters te definiëren. Vervolgens krijgen de groepen vijf thema’s aangereikt die aangeven op welke gebieden voorzieningen ontworpen zullen worden: mediagebruik, licht, communicatie middelen, beveiliging en temperatuur. 
Wat valt er te verwachten van de systemen die veiligheid moeten borgen?
Joep Frens:” Ik vind het een mooie gedachte dat veiligheid niet uitsluitend gaat om mensen zoveel mogelijk buiten te houden. Je wilt niet leven in een privégevangenis. Je zou willen dat het huis ook een beetje voor je kan zorgen. Al een maand na het eerste practicum hebben de studenten enkele lijnen uitgezet voor ontwerpen. Frens licht telefonisch alvast een tipje van de sluier op. Frens: “We hebben één studente die een fel voorstander is van zorgvuldige bescherming van data en privacy. Verder zijn er al systemen in ontwikkeling die ervoor zorgen dat het huis ’waarschuwt’ als het onveilig is om het huis te verlaten. Staat er nog en raam open? Staat het kooktoestel nog aan?”

Tekst:  Louis Jongeleen
Foto's: Marcus Peters, Phoniro, Optilox

Hier uw advertentie?
Bel +31 (0)73 503 35 44.