“Restaureren is soms vooral afblijven”

“Restaureren is soms vooral afblijven”

We hebben in Nederland in het afgelopen decennium flink gewerkt aan het behoud van onze monumenten.

Daardoor zijn restauratie-achterstanden behoorlijk ingelopen. Naast restaureren komt er nu meer ruimte voor verduurzamen, herbestemmen en transformeren van monumenten. Die nieuwe marktsituatie brengt nieuwe knelpunten en mogelijkheden in beeld voor de gespecialiseerde restauratievaklieden. Wat moet je nu in je mars hebben om aan monumenten te kunnen werken? En straks? Raam en Deur vraagt het aan de experts van de praktijk.

De bedrijfslocatie van Bouw- en Restauratiebedrijf Van de Burgt & Strooij in Amersfoort heeft allesbehalve het uiterlijk van een doorsnee bouwkantoor. De horizontale en verticale volumes van glas en hout, die zijn omgeven door een vijver, wekken eerder de indruk van een luxepaviljoen. Binnen, in een riante vergaderruimte op de begane grond, zit een gezelschap van dertien mannen aan een langgerekte tafel. Van hen zijn elf ervaren restauratietimmerlieden. Zij zijn naar de stijlvolle locatie gekomen voor de tweedaagse training ‘Herstel van kozijnen, ramen, deuren en luiken’, die onderdeel uitmaakt van het cursusprogramma van de stichting Nationaal Restauratie Centrum (NRC, www.restauratiecentrum.nl). 
De ochtend van hun eerste cursusdag is ingeruimd voor instructie over historische materialen en bouwtechnieken en de actuele context van restaureren in Nederland. De middagen zullen worden besteed aan het uitvoeren van proefopdrachten voor het herstellen van houten gevelelementen. Met de praktijktrainingen in de verschillende restauratiedisciplines wil het NRC het vakmanschap in de restauratieberoepen up-to-date houden.

Afblijven
Vóór de middag geven de twee NRC-docenten, restauratie-experts Joop Jansen en Gert Tutert, een uiteenzetting van enkele achtergronden van restaureren, aan de hand van foto’s van restauratiedetails. Op een projectiescherm verschijnt het beeld van een eiken kelderdeur uit de vijftiende eeuw met een deurpaneel waar een flink gat in zit. “Wat doen we daarmee?”, vraagt Jansen. “Niks meer”, en “Laten zitten”, klinkt het van de kant van de vaklieden. “Heel goed”, antwoordt Jansen. “We zien hier namelijk een deur van bijzondere historische waarde. Daar blijven we mooi van af. We gaan alleen even de luchtvochtigheid rondom deze deur controleren. Als die in orde is, kan dit erfstuk zo nog eeuwen mee. 
Restaureren betekent soms dat je afblijft van historisch materiaal. Behoud gaat voor vervangen.” Daarna volgt een foto van een gerestaureerde dubbele schuurdeur, die is gecombineerd met een hedendaagse glazen entree aan de binnenzijde. Jansen: “Dit is een fraaie combinatie van herstel van het oude en aanpassing aan een hedendaagse functie. Wat is hier goed gedaan?” Na een korte stilte geeft Jansen zelf het antwoord: ”Die glazen deur is vrij ver naar binnen geplaatst. Daardoor kun je de massiviteit van de oude buitenmuur nog goed zien.” Een opname van een andere schuurdeur laat zien hoe achter de originele dubbele buitendeur een stel standaardtuindeuren is geplaatst. Docent Tutert reageert zichtbaar geërgerd als hij dat ziet: ”Dit is verkeerde zuinigheid, want ook met een beperkt budget is vakkundige restauratie vaak heel goed mogelijk.”

Dominofrees
Na een gezamenlijke lunch gaan cursisten en docenten via de stofvrije en lichte werkruimten van de moderne restauratietimmerwerkplaats naar een aparte afdeling waar een vijftal lange werkbanken staat opgesteld. Langs de wanden liggen houten delen, balken en profielen opgeborgen in rekken. Terwijl de cursisten hun eigen gereedschap uit hun wagens halen, overleggen de docenten over de verdeling van werkopdrachten. Joop Jansen: “Een restauratietimmerman met twee jaar ervaring moet elk van deze proefstukken kunnen maken. Dat betekent niet dat het simpele werkstukken zijn. Integendeel. Deze elf timmerlieden zijn allemaal gediplomeerde professionals die werken bij gespecialiseerde restauratie- en onderhoudsbedrijven in het land. Dat wil zeggen dat ze bedreven zijn in alle technieken voor het onderhouden, repareren en vernieuwen van houten gevelelementen. Met deze cursus kunnen ze een extra restauratiecertificaat behalen.” 
Het is bijna uitsluitend traditioneel handgereedschap dat de deelnemers even later uit hun timmerkisten halen. Een enkeling heeft een bovenfrees meegenomen. Docent Gert Tutert komt op de proppen met een nieuw stuk gereedschap. Tutert: ”Met deze dominofrees maak je in een paar seconden een pengat voor een keg, een oeroude en zeer sterke pen-en-gatverbinding.” Na het uitdelen van de werktekeningen en de lengtes nieuw deur-, raam- en kozijnhout, beginnen de timmerlieden snel met het aftekenen van hun werk. Binnen een kwartier breekt in de hal een kakofonie los van handmatig hakken, timmeren en zagen en van machines die zagen, frezen, boren en slijpen.

Restauratiepas
Aan een van de werkbanken in de cursusruimte staat restauratietimmerman Alex de Louw (34) uit het Brabantse Oijen gebogen over zijn proefwerkstuk. Zijn opdracht is een verbinding te maken van twee kozijnstijlen en een onderdorpel. De Louw: “Deze vernieuwing van een deel van een kozijn komt in de praktijk vaak voor. Meestal is dan de onderkant van de originele stijlen aangevreten door vocht. Je moet in zo’n geval opletten dat je voldoende hout vervangt, bijvoorbeeld tot net onder de plaats van het eerste scharnier. Bij mijn werkgever, Bouwbedrijf Van Dinther uit Schaijk in Brabant, werk ik samen met twee collega-restauratietimmerlieden meestal in de werkplaats. Maar soms moeten we een kozijn op locatie aanhelen. Dat is vaak lastiger. Meestal kun je daar geen machines bij gebruiken.” 
De Louw gaf zich op voor de restauratiecursus van het NRC op voorstel van zijn werkgever. Hij heeft er geen spijt van. De Louw: “Voor mij is het uitvoeren van deze proefwerkstukken een uitdaging. Als ik het netjes voor elkaar krijg binnen een redelijke tijd, dan voelt dat als een soort erkenning. Dan merk ik dat ik mijn vak beheers. Intussen zie ik natuurlijk ook hoe mijn medecursisten hun opdrachten uitvoeren. Zo viel het mij op dat twee collega’s bij het repareren van een onderdorpel een zogeheten ‘fein-zaag’ gebruiken met een soort trillend zaagblad. Dat is nieuw voor mij. Verder raak je in de loop van de dag met elkaar aan de praat over het restauratievak. Tijdens de lunch hadden we het over een soort paspoort voor restauratietimmerlieden, waarmee je zou kunnen aantonen dat je aan alle professionele eisen van ons vak voldoet. Daar ben ik wel een voorstander van, want wij hebben vaardigheden en vakkennis die lang niet iedere allround timmerman heeft.”

Vergissing
Tegen het einde van de middag, terwijl de cursisten de laatste hand leggen aan hun werkstukken, zoekt Joop Jansen een wat rustiger plek op. In de entreehal geeft hij nog een korte toelichting op de context van de praktijktraining die hij begeleidt. Jansen: “Wij werken aan behoud van erfgoed en daar is vakmanschap voor nodig en vooral ook bijhouden van specifieke beroepsvaardigheden en vakkennis. Er zijn tegenwoordig timmerlieden die zo uit de nieuwbouw komen en dan een jaar of twee meedraaien in restauratieprojecten. Die denken dan al gauw dat ze restauratievakman zijn, maar dikwijls weten ze er gewoon te weinig van. Die vergissing wordt ook gemaakt bij opdrachtgevers zoals woningcorporaties, bij onderhoudsbedrijven en zelfs bij sommige restauratiebedrijven. Bij veel restauratieprojecten moeten onderdelen worden gerepareerd die bij eerdere onderhoudsbeurten niet vakkundig zijn hersteld. Het opknappen van die foute reparaties wordt al gauw te bewerkelijk gevonden. ‘Dan maar alles nieuw’, wordt dan het parool. Dat gaat dus vierkant in tegen wat een vakkundige restauratievakman doet. Die haalt niet zomaar historische onderdelen weg, compleet met de oude maatvoering en gemaakt met de historische techniek en oorspronkelijke detaillering. Dat zou je dan zomaar weggooien? Nee, wij zijn anders bezig, want wij zijn ons ervan bewust dat we werken met historisch materiaal. Voor ons geldt: behoud gaat vóór vervangen.”

Knelpunten
Vakdocent en restauratie-expert Joop Jansen is niet de enige die bezorgd is over de continuïteit en de kwaliteit van restauratie van het gebouwde erfgoed. Er is veel onzeker over hoe in de komende jaren het onderhoud en de restauratie van 61.768 rijksmonumenten en 48.000 gemeentelijke monumenten in Nederland zullen worden aangepakt. Het ministerie van OCW en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed zetten in op drie hoofdlijnen: het verhogen van de gebruikswaarde, herbestemming en verduurzaming van monumenten (zie: projectplan ‘Erfgoed Telt’, april 2017, www.cultureelerfgoed.nl). 
De brancheverenigingen van de erkende restauratiebedrijven (Vakgroep Restauratie), de restauratiearchitecten (VAWR) en van de gespecialiseerde restauratiebedrijven (GA-Platform Restauratie) publiceerden begin dit jaar hun gezamenlijke visie op het heden en op de toekomst van de branche (zie: ‘Naar een Duurzame Instandhouding van het Gebouwde Erfgoed’, www.vakgroeprestauratie.nl/actueel/berichten). Daarin constateren ze dat het uitvoerende werk in de restauratiesector de laatste tien jaar steeds meer verschuift van restauratie naar onderhoud en dat de totale omzet per jaar (bijna 400 miljoen, EIB 2015) niet volledig wordt gemaakt door erkende architecten en aannemers. Een van de vele knelpunten die het rapport noemt, is dat de sturing op kwaliteit onvoldoende is bij restauraties die gefinancierd worden via het NRF (Nationaal Restauratiefonds) en bij de werken die zonder rijkssubsidie worden uitgevoerd. 
Een recente opsteker voor alle restauratiesectoren is ongetwijfeld de oprichting van het Nationaal Centrum Erfgoedopleidingen (NCE: www.erfgoedopleidingen.nl). Al was het alleen maar omdat de NCE-website een volledig overzicht biedt van alle opleidingen en cursussen op het gebied van erfgoed en van de plaatsen waar die gevolgd kunnen worden. Zo hebben jongeren in ieder geval een beter zicht op de vele mogelijkheden voor een aantrekkelijke loopbaan.

Tekst Louis Jongeleen
Beeld Marco Hofsté

Neem hier een abonnement op Raam en Deur, ontvang het blad 6 x per jaar en blijf als eerste op de hoogte van al het nieuws.

Hier uw advertentie?
Bel +31 (0)73 503 35 44.